OVER DEN MILITAIREN PAS BIJ DE INFANTERIE VAN HET NEOERLANDSCII-INDISCIIE LEGER. Vervolg van blz. 142.) (Slot.) De heer van Aken geeft nu voor militair gebruik vijf gangsoorten aan, en wel 1". Het gaan met gestrekte beenen, waarbij de knieën geheel en de voeten zooveel mogelijk gestrekt worden, de teenen het eerst op den grond komen, de passen klein zijn en het tempo naar verkiezing kan worden genomen. „Deze wijze van gaan heeft alleen recht van bestaan, wanneer gedurende korten tijd met kleine passen moet gemarcheerd worden." 2e. Het gaan met plat nederzetten van den voet, de Duitsche paradepas, met gesirekte knieën en voorovergebogen bovenlijf. „Wordt deze pas in een tijdmaat van 115 in de minuut en eene „lengte van 80 cH. uitgevoerd, dan oefent hij, door de krachtige „inspanning der been-, bekken-, lenden- en rugspieren een gunstigen „invloed op de lichaamshouding uit. „Anatomen van grooten naam hebben deze zienswijze verdedigd. „Deze pas kan eerst dan goed worden uitgevoerd als de volgende „volkomen beoefend is. Ten onrechte zien wij, Hollanders, in dezen „pas iets bespottelijks.. „Wanneer men slechts eenigszins wist, welken graad van geoe fendheid men moet bereikt hebben, om hem naar behooren uit te „voeren, kon beoordeelen welke algemeene lichaamsinspanning er toe „vereischt werd, en bovendien de gunstige gevolgen daarvan voor de „gezondheid en de taaiheid van den soldaat kon waarnemen, voor zeker dan zou men daaraan hoogere waarde toekennen. De flinke „houding en de geschiktheid voor den langen en vermoeienden „marsch der Duitsche troepen, worden door de Duitsche militaire en „geneeskundige autoriteiten als een gevolg van de vlijtige beoefening „van dezen pas aangemerkt." Dl. I, 1895. 13

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 196