275
singen, de manschappen van eene compagnie elkander nauwelijks bij
naam kennen, dan is het wel te begrijpen, dat na een aanval enz. het
verzamelen veel te wenschen overlaat.
Vooral bij Inlandsche militairen is dit het geval en zagen wij
dikwijls bij eene bataljonsexeroitie zoo'n vriend van de eene naar de
andere compagnie hollen totdat hij eindelijk zijn plaats vond. Doet zich
dit euvel reeds in tijd van vrede en slechts bij één bataljon voor, hoe
veel te meer zal dit te velde kunnen plaats hebben en vooral waar meer
bataljons tegelijk in actie zijn.
In verband met de aanhoudende overplaatsingen, gaat het moeielijk
een teeken op de uniform te plaatsen, en komt het mij derhalve beter
voor, het evenals in Nederland op de gordelplaat aan te brengen
en wel door daarop het nummer van het bataljon te bevestigen. De
man kan zoodoende zijn bataljon terugvinden en door het compagniesnummer
op den patroonzak aan te geven, ook spoedig bij zijne compagnie zijn.
Voor de officieren zoude het voldoende zijn, wanneer zij het nummer
van het bataljon op den pistoolholster dragen en is dit alleen voor te
velde van toepassing.
De thans bestaande hoorntjes zouden voor de garnizoenstroepen en
depot-bataljons kunnen blijven bestaan, tot meerdere onderscheiding ook
in het garnizoen. Grroote onkosten voor den lande zullen volgens mijne
bescheiden meening -hieruit niet voortvloeien, want voor den prijs van
een hoorntje krijgt men ook een bataljonsnummer en de compagnies
nummertjes kunnen zonder bezwaar van een goedkoop soort metaal, dat
daarna vertind wordt, worden vervaardigd. Het nut, dat die nummers
afwerpen, zal die uitgave zeker wettigen.
Wijziging van art. 177 van het Reg. op den Inw. dienst.
Zou de tijd nog niet gekomen zijn om eens eene wijziging in genoemd
artikel te brengen?
Het geven toch van een modelgroet is niet alleen lastig, maar laat aan
sierlijkheid veel te wenschen over. Tot staving hiervan diene, dat bijna
door geen een mindere de groet op de voorgeschreven wijze wordt
gedaan. Meestal ziet men de palm der hand in plaats van naar voren,
1 naar binnen gericht.
Een en ander is het gevolg van de natuurlijke beweging van den arm,
die bij den thans bestaanden groet verwrongen moet worden om de palm
naar voren te krijgen. Door de natuurlijke beweging van den arm te
volgen en de rechterhand met aaneengesloten vingers, en eenigszins
gebogen, loodrecht tegen de rechterzijde van het hoofddeksel te brengen,
de palm der hand binnenwaarts, zoude volgens mijne meening de mili-