DE JAARLIJKSCHE ONDERHOUDSKOSTEN VAN EENE EURO- PEESCHE, AMROINEESCHE EN INLANDSCHE COMPAGNIE. Naar aanleiding van de vraag: „Hoeveel zou het Gouvernement per jaar een Europeesche, een Amboineesche en een Inlandsche com pagnie kosten" heb ik getracht dit te berekenen. Het spreekt van zelf, dat men niet alle uitgaven bepalen kan, om de doodeenvoudige reden, dat daarvoor niet alle gegevens beschikbaar zijn, zooals: Overtochtsgelden voor officieren en hunne gezinnen van Nederland naar Indië en omgekeerd, kosten van vervoer te water en te land voor personen en bagage, pensioenen, verhoogde soldij, gratificatie bij het verlaten van den dienst, onderstanden en gagementen, logies en onderhoud, eerste uitrusting bij reëngagement, premie voor scherp schutters, aanmaak van schietschijven, onaaugezuiverd gebleven schulden en ten slotte geneeskundige behandeling. En nu zijn er nog kleine uitgaven, welke de lezer niet onder de onberekenbare, noch onder de berekenbare posten vinden zal; doch deze uitgaven, welke slechts geringen invloed kunnen uitoefenen op het totaalcijfer, beoordeele hij zelf. Genoegthans ter zake Organieke sterkte van een Europeesche compagnie infanterie (Alge- meene Order 52 van 890, zooals die is gewijzigd bij Algemeene Order 21 van 1893). 1 kapitein, i 3 luitenants, 1 sergeant-majoor, 1 fourier, I 8 sergeanten I 11 korporaals, l 2 tamboers, 1 hoornblazer, 4 Officieren. 193 Onderofficieren en minderen. 169 fuseliers,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 349