HET SCHIETEN HET GRANATEN TE VELDE»
In den jaargang 1893 van het Indisch Militair Tijdschrift, aflevering
N°». 9 en 10, vindt men onder den titel van„Beschouwingen over
het Granaatvuur" een artikel van de hand van den 1» luitenant der
artillerie J. U. van Loon, waarin een streng oordeel wordt geveld
over de tot nu toe in gebruik zijnde schietregels. Uitgaande van
wetenschappelijk zeer logische beginselen, komt de schrijver door eene
betrekkelijk eenvoudige redeneering tot schietregels, die zeker even
practisch en bruikbaar zijn, als die welke tot nu toe gevolgd werden
en bovendien juist, doordat zij berusten op wetenschappelijke gronden,
boven deze het voordeel hebben van meer kans te geven om snel
en zeker in te schieten.
De geheele redeneering wordt echter alleen toegepast op het schieten
met vestinggeschut, terwijl toch ook dezelfde beginselen, met de noodige
wijzigingen toegepast op het schieten met granaten te velde, aanlei
ding zouden kunnen geven tot de samenstelling van schietregels
voor het veldgeschut, waaraan dezelfde voordeelen verbonden zijn.
Wij hebben getracht dit te doen, na alvorens de bovenbedoelde
beginselen eenigszins te hebben gewijzigd naar eigen inzicht.
Ter vergemakkelijking van het overzicht zullen wij de gronden,
waarop de theorie in bovengenoemd stuk is gebouwd, in het kort
uiteenzetten en aangeven in hoeverre wij het daarmede eens zijn of
wijziging noodig of wenschelijk achten.
I. Bij de beoordeeling van de waarde eener opzethoogte, hetzij
die gebruikt wordt bij het grens- of groepschieteu, of bij het voortge
zette vuur, is het voordeelig om niet alleen te letten op de uitkomsten,
met de gebezigde opzethoogte verkregen, maar wel degelijk ook die
in aanmerking te nemen, die verkregen zijn met vroeger gebruikte
opzethoogten.