HET NIEUW ACHTERLAADGEWEER VAN 6.5 mil. STELSEL IIANNLICHER. Toen dezer dagen de Tweede Kamer onzer Staten-Generaal met 54 tegen 31 stemmen de fondsen voteerde, noodig om de infanterie en cavalerie van het Nederïandsche leger van een nieuw geweer en karabijn te voorzien, had te voren de Minister van Oorlog aan de Leden der Kamer een bundel stukken in studie gegeven, welke hen genoegzaam zouden inlichten omtrent de capaciteit van het nieuw voorgestelde wapen. Aan dien wetenswaardigen bundel stukken, dien wij mede moch ten ter inzage ontvangen, ontleenen wij het navolgende. Het nieuwe geweer kost37 50 de daarbij behoorende patroontasch en geweerriem de 1000 stuks scherpe patronen de 1000 stuks losse patronen De nieuwe karabijn De spreiding der schoten bedraagt bij het nieuwe geweer slechts ongeveer het 1/3 van die bij het geweer van 11 mM., waardoor de kans, om een staanden infanterist te treffen, bij het nieuwe geweer op 1000 M. even groot is als bij het geweer van 11 m.M. op 400 M. De indringing in weerstandbiedende doelen is bij de nieuwe geweren aanmerkelijk grooter dan bij die van 11 mM., zoodat o.a. op 100 M. de kogel van 6.5 mM. door 110 cM. vurenhout dringt, terwijl die indringing bij den 11 m.M. kogel slechts 54 cM. bedraagt. Op 900 M. is die indringing respectievelijk 27 en 15 cM. Op de korte afstanden kunnen door een enkelen kogel van het 6.5 mM. geweer vier achter elkander staande manschappen buiten ge- vecht gesteld worden. De gestiektheid der banen is bij het 6.5 mM. geweer veel groo- ter dan bij het 11 mM. Een in de richting staande infanterist wordt 6— 61.25 41.- 35.—

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 507