HET ALUMINIUM EN DE WAARDE VAN DAT METAAL VOOR MILITAIR GERRUIK. Nu men sedert eenige jaren schier geen militair tijdschrift kan inzien, zonder dat het oog valt op mededeelingen over de aanwending van aluminium bij vreemde legers, meent ondergeteekende dat het niet van belang ontbloot is, de aandacht van de lezers van ons Indisch Militair Tijdschrift voor eenige oogenblikken te verzoeken bij de behandeling van het onderwerp, als opschrift van deze beschouwingen gekozen. Als inleiding daarvan en tot juist begrip van het groote belang der zaak worden eenige algemeene eigenschappen van het metaal der toekomst behandeld en de wording, benevens de tegenwoordige stand der aluminium industrie, in het kort aangegeven, om daarna over te gaan tot het vermelden van eenige toepassingen dezer industrie voor militaire doeleinden en ten slotte eenige voordeelen te bespreken, die verkregen kunnen worden door aanwending van genoemd metaal in de huishouding van het Indische Leger. Voorkomen in de natuur. Het aluminium behoort tot die metalen, welke het meest over de aardoppervlakte zijn verbreid. Het komt in de natuur gekristalliseerd voor, als: robijn, saffier en diamantspaat en in minder zuiveren toestand als amaril. Het meest vindt men het als aluminium silicaat en in verbinding met andere silicaten, zooals veldspaat en glimmer in vele gekristalliseerde rotsgesteenten (graniet). (1) (1) Bij de verweering dezer gesteenten onder den invloed van water en het koolzuur van de lucht, worden de silicaten der alcalimetalen (kalium? natrium enz.) opgelost en door het water weggespoeld, terwijl het onoplosbaar aluminium silicaat als klei terug blijft. De geheel zuivere klei met veldspaat en kwarts sterk gegloeid vormt eene door schijnende massa, „porselein" genoemd. Minder sterk gegloeid verkrijgt men eene poreuse massa, die men „faye nee" noemt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 526