VERVOLG VAN „KORT GESCHIEDKUNDIG OVERZICHT
DER DRAAGBARE VUURWAPENS EN DE TEGEN
WOORDIGE BEWAPENING VAN EUROPA."
Vervolg van blz. 500 van de 12" afl. vjd. vorigen jaargang).
Het Russische drielijnsgeweer M/91. Niettegenstaande alle te
genwerpingen van den Generaal Dragomirow, die verkleining van
kaliber eu repeteersystemen geheel overbodig noemde, is men
in het begin 1891 toch overgegaan tot de aanneming van een
nieuw systeem ter vervanging van het Berdangeweer. Veel is er
nog niet met zekerheid van dit geweer bekend.
Het drielijnsgeweer heeft een kaliber van 7.62 mM. (1).
De ziel is voorzien van 4 trekken met een spoed van 30 kalibers.
Het magazijn is in de versterking aangebracht en bevat 5 patronen, die
op dezelfde wijze worden ingebracht als bij het Belgische geweer
M/89 (afstroopen).
De sluiting van dit geweer behoort tot de grendelsluitingen.
Het geweer weegt leeg met bajonet 4.3 en met gevuld magazijn
4.42 KG. Delengte met bajonet bedraagt 1.73 M. De loop is niet
voorzien van een mantel.
De patroon weegt 23.46 gr. en heeft een lengte van 76 mM.; de
bodem is voorzien van een uitstekende rand; de lengte der huls
53.72 mM. De inzinking voor het slaghoedje vormt een geheel met
het kegelvormige aanbeeldje, dat voorzien is van 26 randgaatjes,
De ledige huls weegt 10 gr.
Het projectiel, dat 30.23 mM. lang is, heeft aan het achtereinde
een middellijn van 7.8 mM. De mantel is een koperlegering, die
van achteren eindigt in een naar binnen omgebogen rand, welke
overgaat in de kern, die daar een expansieholte vormt van 2.45 mM.
V
(1) 1 Russische duim 1 Engelsche duim 25.4 mM. 1 Lijn 0.1 duim
2.54 mM.