OPEN BRIEF AAN DE OFFICIEREN VAN ALLE WAPENS EN
DIENSTEN IN NEDERLANDSCH-INDIE.
Zeer geachte Heeren,
In N°. 4 van dit tijdschrift is eene toespraak van den tegenwoor-
digen Commandant van het Britsch-Indische Leger gepubliceerd,
waarin op de meest onpartijdige wijze de uitkomsten beschreven
worden, welke men in genoemd Leger met betrekking tot de disci
pline, de gezondheid, het leven en de toekomst van den minderen
militair door oprichting eener Geheel- Onthouders- Vereeniging verkre
gen heeft. Commentaar in deze is overbodig. Alleen zij nog opge
merkt, dat dezelfde verrassend gunstige resultaten bij legerkorpsen
in Afrika, en in Amerika, op expedities en in vredestijd en in alle
klimaten, in t bijzonder ook in het tropisch klimaat, verkregen werden.
Als wij nu zulke duidelijke, op degelijke gronden berustende en
niet te wederleggen bewijzen hebben, dat geheelonthouding van alle
alcoholische dranken niet alleen het ziekte- en sterftecijfer met 50
verlaagt, maar dat zij ook het zedelijk peil van den minderen militair
op eene haast ongelooflijke hoogte brengt, dan moeten wij ons toch
ernstig afvragen, of wij niet tegenover den minderen militair en tegen
over het Vaderland verplicht zijn, den weg van onze buren in Britsch-
Indië op te gaan.
Dat de Alg. Orders N°. 14 van 1836 en N°. 52 van 1871 in de
practijk niet die uitwerking hebben gehad, welke men vermeende
te mogen verwachten en die noodig, ja onmisbaar is, wil men het
Leger als een in alle deelen krachtig organisme zien, zal niemand
in twijfel trekken.
Nadat haast alle maatregelen tot verheffing der zedelijkheid van
den soldaat, de meeste maatregelen ter bescherming zijner gezondheid
en alle maatregelen, om hem een onbezorgden ouden dag, of ten minste
een behoorlijk bestaan na het verlaten van het Leger te verzekeren,
