89 onvoldoende gebleken zijn, mag o. i. het laatste en zonder twijfel het eenige afdoende, in de practijk steekhoudend gebleken middel, niet ongebruikt gelaten worden. Ieder Yaderlander beseft, dat het behoud der Koloniën afhangt van een sterk en vertrouwbaar, tegen moreele en lichamelijke ver moeienissen opgewassen Leger, en wie de geschiedenis kent en daaruit leering weet te trekken, die weet ook, dat onder alle omstandigheden een krachtige armee in Indië tot behoud van het Vaderland kan mede werken. Mocht Nederland in een Europeeschen oorlog overwonnen worden, dan nog moet het Leger hier te Lande in staat zijn, de Oranjevaan hoog te houden en desnoods de Koloniën tegen eiken usurpator te verdedigen. Dit zal echter alleen mogelijk zijn, als het Nederlandsch-Indische Leger een door edel vuur bezield Volksleger is. Ontegenzeggelijk is dit het ideaal van ieder officier, die zijn hooge roeping begrijpt. Om dit doel te bereiken moet het volk er diep van doordrongen woiden, dat het een eer is, het Vaderland in de Koloniën als soldaat of als onderofficier te dienen. Bovendien moet de aard van ons legerorganisme hier en in Nederland het volk voldoenden waarborg opleveren, dat de mindere militair hier in een voor moraal en voor geest en lichaam betrekkelijk veilige haven is. Als het zedelijk peil van den minderen militair hooger wordt; als blijkt, dat men ook in de kazerne een man van eer kan zijn en blijven en dat men als Nederlandsch-Indisch soldaat, als dienaar van het Vaderland gerespecteerd wordt; als' blijkt, dat de soldaat in vredestijd in alle opzichten in even gunstige, ja misschien door een geregelde en doelmatige leefwijze in gunstiger omstandigheden verkeert dan de kleine burger en de werkman, dan is te verwachten, dat de betere elementen der Indo-Europeesche Maatschappij, de betere elementen der lagere standen in Nederland en ook de betere elementen der Inlandsche volken dienst zullen nemen en dan zal ons Leger zijn, wat het als steunpilaar van het Nederlandsch gezag in de Koloniën behoort te wezen. Aangezien het alcoholisme in het Leger voornamelijk de vijand is, die de zedelijkheid en met haar de discipline ondermijnt en die de gezond heid en het leven van den soldaat vernielt; aangezien het misbruik

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 104