EEN NIEUWE VUURMOND VOOR EXPEDITIEN IN
MOEILIJKE TERREINEN.
Onder de verschillende bezienswaardigheden op artilleristisch
gebied, welke de jongste tentoonstelling te Antwerpen te aanschou
wen gaf, trok, ook bij niet-deskundigen, in het bijzonder de aandacht
een in de Congo-afdeeling opgesteld kanon van 4.7 cM., ingezonden
door de Société Cockerill te Seraing. Niet alleen aan de plaats waar,
maar ook aan de wijze waarop het was tentoongesteld, was deze
belangstelling te danken, daar behalve het gemonteerde kanon, tevens
te zien was de wijze waarop het door middel van koelies (door levens-
groote pleisterbeelden voorgesteld) met bedieningsgereedschappen en
munitie kan worden vervoerd.
Bovenvermelde maatschappij verschafte ons welwillend de gevraagde
inlichtingen, waaraan wij het navolgende ontleenen.
Het kanon is van het type Nordenfelt, heeft, als boven is gezegd,
4.7 cM. kaliber, bij een lengte van 24 kalibers en ligt op een ver-
deelbare affuit. Het gemonteerde kanon is voorgesteld op PI. I,
terwijl PI. II te zien geeft, hoe de affuit wordt uiteengenomen om
door koelies of op paarden of muildieren te worden vervoerd. De
grondstof is Martin-Siemens-staal, waaruit de vuurmond in één stuk
is gegotenhet sluitstuk met zijne onderdeelen is eveneens van staal
vervaardigd. De tappen zijn aan hun uiteinde van een rondloopende
verdikking voorzien; de dus gevormde ringen komen bij opgelegden
vuurmond aan de buitenzijde der tappannen en werken daardoor mede,
om de zijwanden der affuit des te steviger te verbinden. De richt-
middelen zijn aan de linkerzijde aangebracht; de vizierkorrel is in
een daartoe vóór den tap aangebrachte nok geschroefd, de in graden
en afstanden verdeelde opzet is geplaatst in een in de kulas geboord
verticaal gat en kan met een klemschroef worden vastgezet. Aan de
cylindervormige kulas bevinden zich overigens verschillende insnij
dingen en ligplaatsen voor het draagstuk, den uitnemer en de assen,
Dl. II, 1895. 8