DE OORLOG TUSSCHEN JAPAN EN CHINA.
Vervolg van blz. 28).
Met een schets van den slag aan de Jaloe monding.
Begin van de vijandelijkheden ter zee. Incident met de Kow-Shing.
Op den 25en Juli terwijl de diplomatieke onderhandelingen
tusschen Japan en China nog in vollen gang waren had het eerste
treffen plaats tusschen enkele vijandelijke oorlogsschepen, welke langs
de Koreaansche kust kruisten. Het waren aan Japansche zijde de
Naniwa, Josjino en Hiei, aan de andere zijde de Tsjih-joeën, Kwang-Ji
en Tsjao-Kiang. Nog is de onmiddellijke aanleiding tot het openen
der vijandelijkheden niet voldoende toegelicht. Yolgens enkele
berichten zou het vervoer van eenige Chineesche transportschepen,
welke den vorigen dag door Japan gesignaleerd werden, als casus belli
beschouwd zijn. Dit is zeker, dat de Japansche kruiser Josjino het
eerst het vuur opende. Yolgens het rapport (1) van den commandant
der Duitsche kanonneerboot litis, den graaf von Baudissin, welke
op dat oogenblik te Tsjimoelpo was, verzekerden alle matrozen tot de
bemanning der Tsjih-joeën behoorende, welke door hem ondervraagd
waren, dat de Japanners het eerst gevuurd hebben, dat het Chineesche
schip zelfs niet tot vuren gereed was en de mondingen der stukken
nog gesloten waren. Alles was aan boord verwarring en de bediening
der stukken moest door de officieren met de revolver gedreigd worden
om op haar post te blijven. Wij halen dit rapport aan, omdat van
Japansche zijde beweerd is, dat China het eerst de vijandelijkheden
opende.
De strijd was hevig en duurde bijna vijf uur. De Tsjih-joeën, welke
13 dooden en 27 gewonden telde, was eindelijk genoodzaakt te wijken,
(1) Opgenomen in de »Marine-Rundschau'\ Het bericht wordt bevestigd door een
schrijven van den eersten machinist der Tsjih-joeën (O. Hoffmann) voorkomende in
de North China Daily News".