110 doch zij maakte zoo goed gebruik van haar 15 cM. hekgeschut, dat de Josjino, die zelf belangrijke averij bekomen had, de vervolging moest opgeven. De beide andere Japansche kruisers hadden inmid dels de Kwang-Ji en de Tsjao-Kiang voor hunne rekening genomen de eerste liep op het strand, de tweede werd gevangen gemaakt. Bij deze vervolging stuitte de Naniwa op het transportschip Kow- Shing, dat tot de „India and China Navigation company" behoorde en de Engelsche vlag in top had. Het had een transport van 1200 man Chineesche troepen, benevens 2 generaals met eene lijfwacht van 150 man aan boord en was van Takoe uitgezeild met bestemming naar Tsjimoelpo. Zeer natuurlijk was het, dat de Japansche kruiser het vaartuig niet zijne bestemming liet volgen. Ter hoogte van het eiland Sjo-pai-Oel werd haar door een sein gelast, te stoppen en het anker te doen vallen. Hieraan werd gehoorzaamd. Daarop streek de Naniwa eene boot, met twee officieren en gewapende matrozen bemand, welke zich aan boord van de Kow-Shing begaven en de papieren onderzochten. De Chineesche bemanning verkeerde in een hoogst opgewonden toestand en ofschoon de aan boord zijnde vreemde officieren, waaronder von Hanneken, er op wezen, dat het roekeloos zoude zijn, zich tegen de eischen van het oorlogsschip te verzetten, was deze raad te vergeefs toen de boot bij de Naniwa was teruggekeerd en geseind werd om het anker te lichten en den kruiser te volgen, werd dit bevel niet gehoor zaamd. Daarop stoomde deze tot op 4 a 500 Meter op zijde der Kow-Shing, heesch de roode vlag en opende de stoomfluit. Daarna schoot zij eene torpedo af, die evenwel miste. Twee secunden later gaf zij de volle laag. De Kow-Shing helde naar stuurboord over, een granaat had haar getroffen en zij begon bijna onmiddellijk te zinken. Toen daarop velen zich te water wierpen om zwemmende het eiland te bereiken, en ook het Engelsche etat-major, werd hierop nog door de aan boord gebleven Chineezen gevuurd. Ongeveer een uur later werd de eerste officier, Mr. Tamplin, door eene boot van de Naniwa opgenomen. De zee was nog gevuld met slachtoffers in hunnen doodstrijd. De Naniwa nam hen niet op en twee reddingsbooten van de Kow-Shing, met soldaten overvuld, kregen tot tweemaal toe een salvo van de boot, welke Mr. Tamplin gered had. Te vergeefs

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 127