121 beschikte toen nog over 12 vaartuigen, verdeeld in het 1" vliegende eskader onder admiraal Tsoeboi, zijnde de Josjino, vlaggeschip, Taka- tsjiho, Naniwa en Akitsoesjima, benevens het hoofdeskader, dat samen gesteld was uit de Matsoesjima (admiraalsschip), Itsoekoesjima, Has- jidate, Tsjioda, Foeso, Hiei, Akagi en de koopvaardijkruiser Saikjo, aan boord waarvan zich de vice-admiraal burggraaf Kabaja ma, chef van den generalen staf, bevond. De vloot ankerde nabij kaap Sjopek op ruim 38° N.B. Daar de Japansche vlootvoogd verzuimde om de Korea-baai door enkele zijner snelste kruisers te doen verkennen, was men van de nabijheid der Chineesche macht onkundig, zoodat, toen den 17°n in N. N. W. richting werd voortgestoomd, om streeks half twaalf onverwacht het geheele vijandelijk eskader gesi gnaleerd werd. Het naderde in ééne onregelmatige linie met de twee grootste pantserschepen Ting-joeën en Tsjen-joeën in het centrum, ter wijl de vleugels werden gevormd door kleinere typen, naar de grootte gerangschikt. De geheele macht bestond uit 12 vaartuigen, de Tsjao- joeng, Jang-wei, Lai-joeën, King-joeën, Ting-joeën, Tsjen-joeën, Tsjih- joeën, Tsjing-Joeën, Kwang-ping, Tsi-joeën, Kwaug-tsjia en Ping-joeën, benevens enkele torpedobooten. De Ting-joeën was vlaggeschip. Welke overwegingen admiraal Ting hebben doen besluiten, deze formatie te doen aannemen, is ons niet bekend. Volgens sommigen zoude zij zijn aangegeven door de bewapening der groote pantser schepen, welke de grootste kracht aan hun jaaggeschut ontleenden. Om deze vuuruitwerking tot haar recht te doen komen, had men evenwel nog niet zijn toevlucht behoeven te nemen tot ééne enkele slaglinie, die te weinig manoeuvreervaardigheid bezit. Admiraal Ito vormde zijne schepen in twee liniën achter elkaar: aan het hoofd het le vliegende eskader, daarachter op eenigen af stand het hoofdeskader; de beide admiraalsschepen aan het hoofd van elk der eskaders. De Akagi en de Saikjo kregen last zich te bewegen aan de bui tenzijde van het hoofdeskader, ten einde onder bedekking te zijn. De eerste is eene aviso van slechts 615 tonneninhoud, de tweedede tot kruiser ingerichte koopvaardijstoomer van 1652 tonnen. Ook beider vaartsnelheid was zéér gering. Te 12.03 werd de mikadonale vlag geheschenaanstalten tot

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 138