de aanleiding des oorlogs geweest is. Zij zijn voor een deel, althans wat den loop der aanleidende oorzaken aangaat, ontleend aan een betreffend opstel, voorkomende in de Revue militaire de 1 Etranger. Als een uitlooper van het bergland van Slianganlin strekt het schiereiland Korea zich in meridionale richting tusschen de Gele zee ten Westen en de Japansche zee ten Oosten uit, in grootte en gesteld heid veel analogie vertoonende met Italië, waarmede men het dikwerf vergeleken heeft. De Zuidelijkste punt, door de Chineesche Oostzee bespoeld, ligt ongeveer op de parallel van Kandia. De natuurlijke Noordwestgrens wordt gevormd door de in den oorlog bekend gewor den Jaloe-rivier. Tot voor enkele jaren bevond zich Westelijk daar van de zoogenaamde neutrale streek, een gebied ter breedte van 7 tot 12 geographische mijlen, geheel onbewoond en slechts door een enkel pad° in het Zuiden, de Poort van Koreadoorsneden. Hier mocht gedurende drie maanden in het jaar passer worden gehouden. Overi gens mocht zij, behalve door de gezantschappen, niet overschreden worden op straffe des doods. Sedert 1891 is het neutraal gebied opgeheven en verrezen in het Noorden, waar zich thans ook een verkeersweg bevindt, enkele dorpen. De bergketen, die het schiereiland vrij nabij de Oostkust doorloopt en waarvan de hoofdstrekking op de kaart is aangegeven, verdeelt Korea in twee gedeelten, die wat klimaat en vorm betreft, zéér van elkander verschillen. Het Oostelijk gedeelte, dat open ligt voor de koude Noordoosten winden, is eene onherbergzame streek, doorsneden door woeste bergstroompjes met groot verval; de kusten zijn onge naakbaar en leveren slechts ééne veilige reede, die van Port Lazareff met de havenplaats Gensan'm de onmiddellijke nabijheid. Het Weste lijk deel biedt een geheel ander aanzien: de Zuid- en Westkust hebben eene rijke ontwikkeling: tal van baaien met voorgelegen eilanden en klippen, welke de scheepvaart echter dikwerf geen geringe moeilijkheden in den weg leggen. De rivieren hebben grooter stroom gebied: zij vormen vruchtbare dalen. Toch is het terrein ook hier zeer geaccidenteerd door de talrijke uitloopers van den hoofdketen (welke duidelijkheidshalve niet op de kaart zijn aangegeven), en het totale gemis aan behoorlijke verkeerswegen maken troepenbewegingen van Zuid naar Noord uiterst bezwaarlijk. In dit gedeelte ligt de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 13