127 laatste pogingen in het werk stelde om hare vuurmonden te redden. Op het naderen der Japanners verwijderde zij zich, terwijl de bemau- ning der Kwang-tsjia, bevreesd om dit vaartuig in de handen der vijanden te doen vallen, haar in de lucht deed springen. Beide vloten waren zwaar beschadigd. Japan had geen enkele zijner bodems verloren, China de Tsjao joeng, Jang-wei, Tsjih-joeën, King-joeën en Kwang-tsjia. (1) Bijna alle hadden door brand min of meer belangrijk geleden. Die op de Lai-joeën duurde 1| uur, op de Ting-joeën nog langer. Van deze laatste was na den slag slechts één kanon (15 cM. achtersteven) bekwaam. De Matsoesjima, Hiei, Akagi en Saikjo waren aan Japansche zijde het meest beschadigd, vooral het admiraalsschip, waarop een hevige brand gewoed had, die slechts met moeite bedwongen werd. Nog verdient vermelding, dat het tuig met de seintoestellen op het Chineesche vlaggeschip reeds in den aanvang van het gevecht werd weggeschoten, zoodat bevelen sedert dat tijdstip niet meer gegeven werden en elk vaartuig op eigen gelegenheid manoeuvreerde. Volgens de opgaven in de North China Daily News verloor China aan dooden ongeveer 100 man, behalve de ruim 600, welke met de gezonken schepen hunnen dood in de golven vonden. Bij terugkomst in Port-Arthur werden verder 252 gewonden in de hospitalen opgenomenalle dekofficieren waren gewond. Op de Matsoesjima sneuvelden 2 officieren en 49 minderen, terwijl 1 officier en 40 minderen gewond werden, zoodat op eene bemanning van 360 koppen 92 buiten gevecht werden gesteld. De Hiei kreeg 17 dooden, waaronder 3 officieren en 16 gewonden. De Akagi verloor liman, waaronder de commandant en kreeg 17 gewonden. De Itsoekoesjima kreeg 13 dooden, de Josjino 10, de Akitsoesjima en de Poeso elk 4, de Hasjidate en Takatsjiho elk één man, makende totaal 112 man. Behalve de op de schepen verpleegden, werden 103 gewonden naar de verschillende hospitalen geëvacueerd. Den 7cn November was het geheele Japansche eskader weer in de Chineesche wateren tegenwoordig, met uitzondering van de Hiei, welke nog reparatiën onderging en de Saikjo, die niet gerepa- (1) De Tsjen-joeën is later gestrand.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 144