130
Het operatieplan na de slagen in September.
Na de nederlagen bij Ping-jang en ter zee vreesde China eene lan
ding op de kust van Petsjili, waardoor Peking meer onmiddellijk zou
bedreigd worden. En deze vrees maakte de verwarring noggrooter.
Toen echter deze inval uitbleef, werden allengs van Chineesche zijde
enkele maatregelen getroffenGeneraal Soeng, de man van den Mo-
hamedanen-opstand, werd benoemd tot bevelhebber van de troepen in
Mantsjoerije. Aanvankelijk zou hjj stelling nemen aan de Jaloe-rivier,
ten einde den Japanners den overtocht van dien grensstroom te beletten.
De sterkte bedroeg ongeveer 15000 man.
De verdediging van Talienhoan en Port-Arthur van de landzijde
werd niet ernstig voorbereid. De garnizoenen, aanzienlijk verzwakt
ten bate van het leger in Mantsjoerije, werden slechts gedeeltelijk en
door nog jonge manschappen aangevuld. Bij Port-Arthur werden
lichte schansen opgeworpen.
Daarenboven weid gedacht aan de verdediging van Petsjili en Peking.
Aan de versterkingen van Sjan-hai-kwan werd gewerkt, terwijl ook
aan de monding der Jang-tse-kiang verdedigingswerken werden opge
worpen.
Met de Chileesche regeering werd onderhandeld over den aankoop
van enkele kruisers, doch deze pogingen leden schipbreuk op China's
slechten financieelen toestand.' Aanvragen voor de levering van wa
pens vonden, voornamelijk in Duitschland, gehoor.
Eene reorganisatie van de levende strijdkrachten stuitte echter af
op den tegenstand der hoog waardigheidsbekleders en het verdedi
gingsvermogen van China bleef gering.
In het Japansche hoofdkwartier, dat zich sedert 14 September teHiro-
sjima bevond ook de Keizer hield daar verblijf werd besloten, om in
de eerste plaats te trachten de volkomen heerschappij ter zee te verkrij
gen. Eerst daarna kon aan een landing in Petsjili en den opmarsch naar
Peking gedacht worden. Daarom zou eene IIe Armee gemobiliseerd
en op het Liau-tong schiereiland gedirigeerd worden met het doel,
China's grootste marinestation, Port-Arthur, te nemen. Gelukte het
ook daardoor niet, de vloot tot een beslissend gevecht te brengen,
dan zou haar laatste toevluchtsoord, Wei-hai-Wei, genomen moeten
worden en zij tot capitulatie worden gedwongen.