131 Terwijl de IIe Armee tegen Port-Arthur opereerde, moest het I® Le ger Mantsjoerije binnenrukken, hier overwinteren en den grooten weg naar Peking voortdurend blijven bedreigen, waardoor China Petsjili zou ontblooten en een stoot tegen de hoofdstad op minder tegenstand stuiten zoude. De overtocht der Jaloe-rivier van het le Leger. Na den slag bij Ping-jang hadden de 5e divise en de 5° brigade der 3e divisie den marsch naar de Koreaansche grens aangevangen. Nabij de Taidong-monding werd eene etapeplaats gevestigd, terwijl Tsjimoelpo als zoodanig werd opgeheven. De 6® brigade landde al daar in den loop van October. In den aanvang dezer maand bereikte de voorhoede der Armee onder kolonel Sato Witsjoe (Wi-Ju; Yichow). De zwakke vijande lijke voorpostenafdeelingen, welke den linkeroever der Jaloe bezetten, boden geen tegenstand. De rechteroever was over eenen aanmerke- lijken afstand door vijandelijke troepen bezet. Geruimen tijd bleven beide tegenstanders door de rivier gescheiden, zonder dat van eene der zijden van actief optreden sprake was. Waarschijnlijk heeft het Japansche leger eerst zijne aanvullingen van proviand en munitie, welke over den uiterst moeilijk begaanbaren weg van ruim 175 KM. zeer bezwaarlijk konden volgen, moeten af wachten, alvorens het 't vijandelijk gebied binnendrong. Eerst den 24en October volbracht kolonel Sato met ongeveer 1600 man den overtocht op 15 KM. boven Witsjoe, alwaar zich eene waadbare plaats bevond. De vijand, welke aan geen hardnekkigeu wederstand dacht, werd spoedig teruggeslagen. Des nachts werden batterijen opgewor pen tegenover het centrum der vijandelijke stellingen (Hasjan), eene voorhoede der 5® divisie overgezet en onder uiterst moeilijke omstan digheden eene pontonbrug geslagen. Den 25en October ving de 5® divisie den overtocht aan, en maakte zich aan den anderen oever onmiddellijk gereed tot den aanval der vijandelijke stellingen, welke, hoewel op een mooi domineerend punt (den Kosan-heuvel) gelegen, spoedig genomen werden. De Chineezen verloren 250 man aan dooden, de Japanners slechts een 20 tal, terwijl deze 83 gewonden telden. De stelling was met den val der Hasjan-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 148