van het Hemelsche Rijk ontving, voortdurend schipbreuk. Zelfs duurde die onderworpenheid aan het Chineesche keizershuis voort, na de veroveringen door de Mantsjoes in de 17® eeuw, welke hunne legers tot voor Seoel moesten doen oprukken, om ook daar de wet voor te schrijven. Van dezen tijd dateert ook de jaarlijksche zending van een gezant, die geschenken en eerbiedbetuigingen van Korea's vorst komt leggen aan de voeten van den keizer te Peking. Tot voor weinige tientallen jaren was Korea door haar isolement nog bjjna geheel onbekend. Eerst in 1866 hooren we van eene Pran3che expeditie door den admiraal Roze geleid, welke genoegdoe ning ging eischen voor een moord op eenige Fransche missionarissen gepleegd. Het eskader ankerde te Tsjimoelpo; het eiland en de citadel van Kang-hoa werden spoedig door een landingskorps van ongeveer 300 man bezet,, en enkele schepen voeren reeds de Hang-Kang op met bestemming naar Seoel. Toen werden de operatiën echter met niet vol doende doortastendheid voortgezet en den Koreanen tijd gelaten, om een legertje te organiseeren dat den Franschen eene nederlaag toebracht. Hierop achtte de bevelhebber der expeditie den toestand, ook met het oog op den naderenden winter, onhoudbaar en besloot tot den terugtocht. Even weinig succes had in 1870 eene Amerikaansche expeditie, uitgezonden met het doel om Korea te tuchtigen voor de mishandeling op schipbreukelingen gepleegd. Het gevolg van deze mislukte ondernemingen was, dat de regee ring, zich onoverwinlijk achtende, meer dan ooit den omgang met vreemden schuwde, de betrekkingen met Rusland afbrak en zelfs aan de Chineezen en Japanneezen het verblijf in Korea ontzegde. Chineesche vischprauwen werden buit gemaakt en verbrand, en hare bemanning ter dood gebracht. Den Japanschen gezant werd in 1875 geweigerd tot den koning toegelaten te worden, onder voorwendsel, dat de vormen geschonden waren, zijnde de gezant op Europeesche wijze gekleed; ja, de Mikado werd bedreigd met eene zelfde bestraf fing als den Amerikanen en Franschen was te beurt gevallen. Dit gevoegd bij een incident, dat het jaar daarop plaats had, waarbij n.l. Japansche schepelingen, die op de Koreaansche kust zoet water

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 15