142
doch dat het zaak is, alles aan te wenden wat tot verduidelijking
kan strekken. Immers het uiterst weinig begripsvermogen van den
pas aangeworven Inlandschen recruut, laat niet toe zich eene voor
stelling te maken van eene „denkbeeldige lijn".
Nadat den man uitdrukkelijk wordt aangezegd, te zorgen dat het
geweer nimmer overhelt, kan eene inleiding dienen tot duidelijkheid
van hetgeen geleerd moet worden.
De onderwijzer begint b.v. aan te halen, dat zij (de recruten) wel
eens iemand hebben zien schieten.
Hij wijst er vervolgens op, dat het niet voldoende is om een patroon
in het geweer te doen en daarna af te trekken, maar dat het de
quaestie is, om met den kogel het doel te treffen, waarop wij schieten,
d.i. voor een jager een of ander wild en voor ons den vijand.
Om ons doel gemakkelijker te bereiken, heeft men eene inrichting
op het geweer, die zij reeds kennen (Inleiding VS. wapening en mu
nitie, 12e alinea en Schietvoorschrifc 52 le alinea) n.l. het vizier
en de vizierkorrel en is het dus de vraaghoe moet men gebruik
maken van deze deelen van het geweer?
Na deze inleiding is het o.i. niet te optimistisch, wanneer wij aanne
men, dat de nieuwsgierigheid (weetgierigheid durven wij niet te zeggen)
van den recruut is opgewekt, iets wat noodzakelijk is om den Inland
schen recrnut wakker te houden.
le. De recruten leeren de korrel in de inkeping te zien.
Met vrucht kan hierbij gebruik gemaakt worden van twee lang
werpige stukjes karton, één, waarin de vorm van de inkeping vergroot
is uitgesneden en één, dat de verticale doorsnede van de korrel
voorstelt (eveneens vergroot).
Men begint den recruut de kartonnen doorsneden te laten zien en
toont hem de overeenkomst dier doorsneden met de vizierkorrel
en met de inkeping in het voetstuk en in de vizierklep.
Nadat de verticale dwarsdoorsnede der inkeping ter hoogte van
het vizier en die der vizierkorrel ter hoogte van dit richtmiddel in
verticalen stand tegen het geweer is geplaatst, laat de onderwijzer
een man voorkomen en hem door de nagebootste inkeping zien, zorg
dragende de kartonnen vizierkorrel zóó laag te houden, dat deze in