143
het begin niet zichtbaar is en wordt den recruut gevraagd of hij da
vizierkorrel in de inkeping kan zien.
Par parenthèse dient hier opgemerkt te worden, dat vaak het
antwoord „Sahaja" zal zijn. Het is juist daarom, dat de vizierkorrel
niet zichtbaar mag zijn.
Deze oefening moge overbodig schijnen, doch inderdaad is zij het
niet. Hier is het toch, waar de momelijkheid schuilt voor den Inlander.
Het begrip „de vizierkorrel in de inkeping nemen" is het, wat er in
den beginne bij hem niet inwil.
Men vergeve ons deze korte uitweiding. Wij gaan verder.
Is bet antwoord juist, dus „neen'', dan waarschuwt de onderwijzer den
leerling, het oogenblik aantegeven, waarop de korrel slechts even zicht
baar is en doet in verband hiermede deze langzaam in de hoog
te gaan.
Voldoet de man aan hetgeen hem gezegd is, dan is de tijd daar
om te zeggen: „Gle ziet de korrel nu in de inkeping", doch dit alleen
js niet voldoende, de korrel moet zoodanig in de inkeping zichtbaar
zijn: dat haar bovenkant gelijk en in het midden komt met den
bovenkant van de inkeping.
Evenals boven moet nu de man het oogenblik aangeven, waarop
z.i. aan genoemde voorwaarde is voldaan.
Wanneer nu alle recruten op deze wijze zijn voorbereid, wijst
de onderwijzer er op, dat met de werkelijke inkeping en de
vizierkorrel evenzoo moet worden gehandeld en recapituleert: „Is
„de korrel niet zichtbaar, dan haar zooveel ia de hoogte brengen,
„dat zij zichtbaar is, om daarna haar bovenkant juist in het
„midden en overeenkomende met den bovenkant van de inkeping te
„brengen."
De recruut, die het eerst aan de beurt is, wordt vervolgens voor
geroepen en plaatst zich op den afstand „van duidelijk zien" achter
de inkeping, terwijl hij wordt herinnerd aan het geleerde, hoe te
handelen om de korrel in verticalen zin te verplaatsen.
Verklaart de man, dat de vizierkorrel op de voorgeschreven wijze
zichtbaar is, dan gelast de onderwijzer hem, op de witte schijf, die
hij intusschen op 10X voor den richtbok heeft doen plaatsen, de
plaats aan te wijzen, waar zijn oog rust, indien hij, de vizierkorel op