We treffen nu in m', omdat ons oog daar rust, doch wij moeten den top (c) treffen en nu blijft ons slechts over de korrel zooveel omhoog te brengen totdat ons oog, altijd de vizierkorrel op de voorgeschreven wijze in de inkeping ziende, juist rust op het doel (c). Hoe wordt dat gedaan? Ook dit is reeds geleerd: door de stelwig achteruit te schuiven. Heeft de onderwijzer de instructie met inachtneming van 6 3® alinea S. V. tot zoover geleid, dan deelt hij den recruten in de meest populaire bewoordingen mede, dat het geweer gericht is, indien de lijn, die over het midden der bovenbreedte van de vizierkeep en kruin der korrel kan gedacht worden (vizierlijn), op het mikpunt uitkomt en het geweer niet overhelt. Bezigt hij nog tot verduidelijking een draad wit garen, die, gespan nen over het midden der bovenbreedte van de inkeping en bovenkant korrel, eindigt in den naar beneden gekeerden top van den driehoek, dan gelooven wij gedaan te hebben wat mogelijk is, om den recruut duidelijk te maken wat onder vizierlijn en een gericht geweer wordt verstaan. G. Het geweer wordt door den onderwijzer met standvizier gericht op den naar heneden gerichten top van den driehoek en dit punt den recruten aangewezen. Dit gedeelte van punt a is reeds geschied, door de wijze waarop wij het voorgaande instrueerden en de onderwijzer kan overgaan tot D. De recruten nemen de richting waardoor zich beurtelings zonder het geweer of den hok aan te rakenachter de kolf te plaatsen; zij sluiten het linkeroog en moeten het rechteroog op zoodanige hoogte brengen, dat zich het midden der bovenbreedte van de vizier- keepde kruin der korrel en het mik punt als één enkel punt aan het oog voordoen. In verband met het geleerde kan de onderwijzer volstaan met te zeggen: „Sluit het linkeroog, breng het rechteroog op zoodanige „hoogte, dat de korrel op de bekende wijze zichtbaar is en zeg waar „uw oog rust."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 166