162 - leiding tot klachten, de brandkogels daarentegen sprongen voor het meerendeel hoog in de lucht en misten totaal hun uitwerking. Dit euvel is getracht weg te nemen door de bestrooiing met meelpulver achterwege te laten en ander kruit voor de worplading te bezigen, doch niet met het gewenschte succes. De munitie van 12 cM. Mr. was, wat lichtkogels betreft, goed, deze bezaten tevens veel brandstichtend vermogen. X. Uitwerking. Over het algemeen is de uitwerking, die eerst beoordeeld kon worden nadat het doel in ons bezit was gekomen, gunstig te noemen, hoewel in verband met het enorme aantal projectielen, dat vervuurd is geworden, grooter resultaten te verwachten waren. Slechts zelden is het gelukt van uit den post waar gevuurd werd, eenige uitwerking waar te nemen en dat was b.v. het geval met het in brand schieten en met het vuren tegen den W. rand van Mataram en Tjakranegara. Het vuren tegen Pagoetan leverde veelal een direct resultaat, daar er slechts tegen gevuurd werd als Baliërs en Sasakkers onderling in gevecht waren. Een paar schoten waren meestentijds voldoende, om het vuren bij die plaats te doen eindigen. Voor het brandschieten werden aanvankelijk gebezigd de brand kogels van 20 cM. Mr., maar deze leverden door de geringe dracht en het dikwijls te vroegtijdig springen geen voldoende uitkomsten op. Daarom is dan ook de maatregel getroffen, om de granaten van 12 cM. A. en 12 cM. K. te voorzien van brandcylinders. Yooral was dat gewenscht, waar de te bevuren doelen op groote afstanden van onze batterijen gelegen waren. Het brandstichten door ons vuur is dan ook herhaaldelijk voorgekomen. De schoonste resul taten, ten minste voor het oogenblik, zijn verkregen te Pagasangan- Oost, van waaruit tot tweemaal toe een kruithuis binnen Tjakra negara getroffen werd. Als een van de duidelijkste bewijzen van het resultaat van het artillerievuur mag wel genoemd worden het totaal verlaten der gedeelten, zoowel in Mataram als Tjakranegara, die door ons het hevigst onder vuur werden genomen, namelijk den W. rand van beide kampongs. Ook later bij het binnenrukken van deze plaatsen is de heilzame invloed van het artillerievuur gebleken,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 183