165
het vlot gebracht; deze wijze van embarkeeren voldeed ook zeer goed
het kon vlug geschieden. De mortieren en stoelen werden op het vlot
gesleept.
Slechts weinige dagen en op die dagen nog maar enkele uren, boden
de gelegenheid aan om artilleriematerieel in te schepen. Dan werd
veel van de krachten der kanonniers gevergd, terwijl zij den overigen
tijd in het magazijn van oorlog druk bezig waren alles voor vervoer
gereed te maken.
XII. Sterkte der achtergebleven vestingartillerie.
Nadat de ontbinding der expeditie was goedgekeurd, is zoo spoedig
mogelijk een begin gemaakt met het terugzenden van personeel en
materieel, voor zoover het niet was aangewezen om deel uit te maken
van de achter te blijven bezetting en bewapening. Het detachement
hiertoe aangewezen was sterk
1 kapitein (commandant der artillerie, die ook de achterblij
vende sectie onder zijne bevelen kreeg).
3 luitenants (voor een hiervan werd een adjudant-onderofficier
dd. officier genomen).
1 sergeant-majoor of fourier.
5 Europeesche onderofficieren.
4 Europeesche korporaals.
40 Europeesche kanonniers.
1 Inlandsch onderofficier of korporaal.
1 Inlandsch hoornblazer.
10 Inlandsche kanonniers.
1 magazijnmeester 4e kl.
1 conducteur 3e kl.
1 sergeant-majoor-vuurwerker.
1 geweermaker.
1 korporaal-schrijver.
Voor dit personeel werd in de eerste plaats genomen zij, die
het verzoek deden te mogen blijven en daarna zij die het laatst aan
gekomen waren.
Van dit personeel was op de versterking binnen Mataram een
bezetting ter sterkte van: