166 1 luitenant. 1 Europeesch onderofficier. 1 Europeesch korporaal. 6 Europeesche kanonniers. 2 Inlandsche kanonniers. Het overige personeel bleef te Ampenan. Aan materieel bleef op Lombok achter: 4 kanonnen Br. Getr. van 12 cM. A. (twee in de ver sterking binnen Mataram en een aan de poert te Ampenan). 4 kanonnen Br. Getr. van 12 cM. K. (in elk bastion te Ampenan twee kanonnen). 4 Coehoornmortieren (twee in de versterking binnen Mataram en een in elk bastion te Ampenan). Voor deze vuurmonden was eene munitie-uitrusting vastgesteld als volgt; per kanon van 12 cM. A. in de versterking binnen Mataram: 250 granaten. 60 granaatkartetsen. 20 kartetsen. Voor het kanon van 12 cM. A. aan de poort te Ampenan: 100 granaten. 60 granaatkartetsen. 40 kartetsen. Voor het 4° kanon als reserve werd niets opgelegd. Per kanon van 12 cM. K. als flankgeschut: 140 granaten. 60 granaatkartetsen. 40 kartetsen. Per Coehoornmortier voor verlichting van het voorterrein: 4 kistjes met lichtkogels. Vestingartillerie toegevoegd aan uitrukkende colonnes. Al dadelijk bij het eerste oprukken tegen Mataram (11 Juli) werden twee kanonnen van 12 cM. A. aan de colonne toegevoegd, om zoo noodig het vuur tegen den W. rand van Mataram te openen op ongeveer 1000 1200 M., om bij het voortrukken van onze troepen het vuur

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 187