7 uit te oefenen, werden de passen, welke tot voor den oorlog afge geven werden aan onderdanen van vreemde mogendheden, steeds geviseerd door Li-Hoeng-Tsjang, in naam van den keizer te Peking. Ook betreffende het aanstellen van attachés in de verschillende rijken, waartoe Korea in 1887 besloot, deed China zijn stem gelden. Wel is waar mochten de reeds genoemde representanten (o.a. te Tokio en te Wachingtonbestendigd blijven, doch tot het benoemen van andere durfde Li-Houi niet over te gaan. De schatplicht, zij het ook onder den naam van geschenk, werd nog in 1894 te Peking voldaan. Zoo zien we, dat in den loop der tijden het schiereiland Korea steeds het strijdperk is geweest tusschen de belangen van China en Japan. Wil het eerste rijk Korea in zijne afzondering doen deelen, terwijl de inboorlingen de Chineezen steeds voor hunne natuurlijke beschermers houden, Japan wil niet minder zijne aanspraken op invloed opgeven, ten einde Korea voor den handel te openen. In de oogen van het volk worden de Japanneezen steeds als indringers, als verove raars aangezien. Het was duidelijk, dat mocht eenmaal eene gebeurtenis plaats hebben, die het optreden van Cnina noodzakelijk maakte, en welke dus naar aanleiding van het comp-omis van Tien-Sin ook het landen van Japansche troepen ten gevolge zoude hebben, de legers der beide rjjken, tegenover elkander onvermijdelijk in eene verhouding zouden komen, welke den oorlog tusschen China en Japan na zich moest sleepen. Dit geschiedde inderdaad. In het voorjaar van 1894 n.l. ontstond in de Z. W. provinciën van Korea een opstand der bevolking, die de knevelarijen en uitzui- gerijen der regeeringsbeambten moede was. Aangewakkerd door de Togakuto's, die eene gewenschte gelegenheid meenden te zien, om een einde te maken aan de dynastie van Honverkreeg die opstand een meer dreigend karakter. De ambtenaren werden verjaagd en de magazijnen van levensmiddelen en munitie geplunderd. Onmiddellijk verzamelde Li-Houi een legertje van 800 man geregelde troepen, deed dit, om de lange marschen te ontgaan, te Tsjimoelpo inschepen op eenige vaartuigen welke van China gehuurd werden, en reeds

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 18