8 in den aanvang van Mei landde het korps niet ver van het brandpunt des opstands. Hier voegden zich een groot aantal gewapende koop lieden bij de soldaten, en weldra kwam het tot een treffen, waarbij de opstandelingen in het gebergte de wijk namen. Een tweede gevecht, dit maal des nachts geleverd, had denzelfden uitslag. Doch nu keerden zich de kansen. Uit een wel gekozen hinderlaag werden de overwinnaars overvallen, en genoodzaakt met een groot verlies te vluchten tot voor de poorten van Seoeldoor de steeds in aantal toenemende opstandelingen achtervolgd. Japan zond toen tegen het einde van Juni de nog niet mobiele 9e Infanteriebrigade onder commando van den goneraal-majoor Osjima naar Korea, om de daar wonende vreemdelingen te beschermen, Het korps landde te Tsjimoelpo en bezette Seoel. Eene sterke vloot kruiste langs de Westkust. Ook China zond, niettegenstaande het tegenstreven van Li-Hoeng-Tsjang, welke met het oog op de geringe waarde der Chineesche troepen een actief optreden in Korea vermijden wilde, troepen naar het schiereiland. Deze verschansten zich (2500 a 8000 man onder generaal Jieli) ten O. van Asan. Eene zwakke Chineesche vloot was eveneens nabij de Koreaansche kust aanwezig. Daar de opstandelingen, welke de komst van China met vreugde begroetten, sterk gekant waren tegen de interventie van Japan, dat na bezetting van Seoel onmiddellijk aandrong op ingrijpende hervor mingen, laat zich gemakkelijk begrijpen, dat de legers der beide rijken spoedig vijandig tegenover elkaar stonden. Wel werden tot half Juli nog diplomatieke onderhandelingen gevoerd, doch daar het Hof te Peking, niettegenstaande het heftig aandringen van Li-Hoeng- Tsjang om de troepen uit Korea terug te trekken, besloot om verster kingen te zenden, werd de oorlog onvermijdelijk. (1) Yan Korea's strijdmiddelen werd in den geheelen loop des krijgs niets vernomen. Deze waren totaal verwaarloosd en konden absoluut niets praesteeren. Yan eene poging om zijne autonomie gesteld, dat deze werkelijk bestaau had te handhaven, is dan ook geen oogen- blik bij Korea sprake geweest. (l) "Volgens enkele berichten (Revue Militair de l'Etranger, 111. Zeitung Ro. 2665) was de loop der gebeurtenissen eenigszins anders, en is China op verzoek van den koning van Korea, toen deze den opstand zelf niet onderdrukken kon, de eerste geweest, welke eene troepenmacht op het sohiereiland gezonden heeft.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 19