"V .A. 3R» I -A.- Eene pet voor onderofficieren. Dat er in Nederland steeds naar gestreefd wordt, om, waar mogelijk, den onderofficiersstand te releveeren, moge weder blijken uit het onlangs gepubliceerde Koninklijk besluit, waarbij het aan de onderofficieren van het leger in Nederlandsch-Indië, die bij den hoofdcursus te Kampen of bij het vaste personeel der Normaal Schietschool zijn gedetacheerd, dan wel bij de Koloniale Reserve dienen, wordt vergund, om, op denzelfden voet als is bepaald bij 2 van het hoogervermelde besluit, een kwartier muts te dragen van donkerblauw laken, hoog van voren 85 a 90 mM. en van achteren 142 a 150 mM., voorzien van een band, breed 24 mM., van oranjezijden galon en overigens geheel overeenkomende met die, welke voor de adjudant-onderofficieren der infanterie van bovengemeld leger is vastgesteld. In overeenstemming is deze bepaling zeker met het reeds lang in Nederland gehuldigde beginsel, om de onderofficieren, ook wat de kleeding betreft, zooveel mogelijk van hunne ondergeschikten te onderscheiden. Waar het intusschen ook voor het Indische leger van het hoogste belang is, dat de onderofficiersstand hoog wordt gehouden, mag hier zeker de wensch worden uitgesproken, dat het Legerbestuur op den ingeslagen weg eene schrede verder gaat en aan alle onderofficieren beneden den graad van adjudant-onderofficier de vergunning verleent, om bij kleine ongewapende diensten en buiten dienst eene pet te dragen van het bovenomschreven model. Aluminium Feld?nenagen,, voor officieren. Als vervolg op de gegeven beschouwingen over aluminium, voorko mende in de zesde aflevering van dit tijdschrift, volgt hieronder de beschrijving van aluminium „Feldmenagen" voor officieren, zooals deze in hoofdzaak aangetroffen wordt in het Militair Wochenblatt van 1893, N°. 79. „Nadat de tot grondslag gediend hebbende onderzoekingen bij het hygiënisch chemisch laboratorium te Berlijn en de daarop gevolgde proef nemingen van het Keizerlijk „gesundheitsamt" aangetoond hadden, dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 205