193 En opdat Diemand hiervan onwetendheid voorwende, beveelt de Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, den Raad van Neder landsch-Indië gehoord, dat deze in het Staatsblad van Nederlandsch- Indië worde geplaatst en dat daarvan, voor zooveel noodig, verta lingen in de Inlandsche en Chineesche talen worden aangeplakt. Gelast verder allen hoogen en lagen Collegiën en Ambtenaren, Officieren en Justicieren, ieder voor zooveel hem aangaat, aan de stipte naleving van het bovenstaande Koninklijk Besluit de hand te houden, zonder oogluiking of aanzien des persoons. Gedaan te Buitenzorg, den 3en April 1875. Van Lansberge. De Algemeene Secretaris, Levyssohn Norman. Uitgegeven den negenden April 1875. De Algemeene Secretaris. Levyssohn Norman. (Staatsblad 1875 N°. 92). Dit Staatsblad van 1875, N°. 92, is een aanvulling van Staatsblad 1860, N°. 27, sedert vervangen door het volgende van 1889 N°. 214; No. 14. Wij Willem III, bij de Gratie Gods, Koning der Neder landen, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz. Op de voordracht van Onzen Minister van KoloniëD, dd. 26 April 1889 Lett. 'C. N°. 40; Den Raad van State gehoord, advies van 4 Juni 1889, N°. 7 Gezien het nader rapport van den Minister van Koloniën, dd. 27 Juli 1889, Lett. C. N°. 9; Hebben goedgevonden en verstaan: Artikel 1. De bij Ons besluit van 24 November 1859 N°. 70 (Indisch Staatsblad 1860, N°. 27), vastgestelde en sedert bij verschillende besluiten gewijzigde bepalingen, betrekking hebbende op pensioenen en onderstanden, te verleenen aan weduwen of kinderen van Euro- peesche Officieren en mindere militairen van het leger in Neder-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 214