-10- In vele opzichten is de toestand nog allertreurigst en kenschetsend mag voorzeker het feit heeten, dat in het inwendige van het kolossale rijk, ja in streken niet ver van het oorlogstooneel verwijderd, de inwoners totaal onkundig waren van de plaats hebbende vijandelijk heden en zich in vollen vrede waanden. Toen het lie Legerkorps op Liautong landde, beschouwden de Chineezen de operatiën der Japanners als militaire manoevres en de kampementen als „picnics." Zij waren erg verwonderd, dat er niet uitsluitend met los kruit ge schoten werd. (1) De totale onberekendheid der besturende ambtenaren voor hunne taak, het gemis aan behoorlijke organisatie en leiding der strijdkrachten, vooral het lage peil waarop de officieren, speciaal die van hoogeren rang stonden, waren zoovele oorzaken, dat China, over hoevele drommen soldaten het ook beschikken kon, niet met gerustheid eenen strijd kon aanbinden. Al heeft het in de verschillende gevechten den manschappen geenszins aan dapperheid ontbroken, ja hebben zij onder bekwame aanvoerders in sommige gevallen waren heldenmoed ten toon gespreid, zoo is het duidelijk, dat daar waar honderden gevallen van insubordinatie voorkwamen, waar zelfs opperofficieren zich over lafheid en verraad te verantwoorden hadden, waar zich het geval voordeed, dat eene bende muiters des nachts de tent van hunnen opperbevel hebber, den generaal Wei-Ju-Kuei (bij Ping-Yang op 14 Sept.) bestormden, en hem in slaap trachtten te vermoorden,het leger aan zijne roeping onmogelijk kan beantwoorden. Hoewel toen als door een wonder ontkomende, viel genoemd generaal eenige maanden later door beulshanden, want het strafgericht bevond hem schuldig aan lafhartig heid voor den vijand, aan afpersing en plunderen. In zake het verlies van Kintsjoe en Talienlioan veroordeelde de krijgsraad te Peking den bevelhebber van eerstgenoemde plaats tot degradatie wegens plichtverzuim door de overgave eener volkomen verdedigbare vesting. Generaal Tsjang werd schuldig verklaard aan schromelijke plichtsver zaking, daar hij het plunderen zijner soldaten aanmoedigde en de Koomsche zendingskerk te Kintsjoe in de vlammen deed opgaan. Zulke gevallen komen bij tientallen voor: het leger is rot, evenals (1) Pall Mall Gazette.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 21