199
Titulaire rangen of graden door den overledene bekleed, komen
bij de toekenning van het pensioen niet in aanmerking.
Artikel 7.
De onderstand wordt, behoudens het bepaalde in de 2e alinea
van artikel 14, onverschillig het aantal der daaraan deelhebbende
kinderen, toegekend tot het bedrag in artikel 6 voor het pensioen
der weduwe bepaald.
Zoolang nog minstens een kind daaraan deel heeft, komt in het
bedrag geen verandering, behoudens het bepaalde bij artikel 14.
Artikel 8.
Kinderen, die, nadat de onderstand is verleend, komen te ver-
keeren in een der gevallen in artikel 4, sub a en c aangeduid, hou
den op deel te hebben aan den onderstand, en dat wel in het geval
van artikel 4a, van en met den eersten der maand volgende op die,
waarin zij het negentiende levensjaar intreden, hun huwelijk voltrok
ken wordt of wel de bezoldiging aanvangt; in het geval van artikel
4c, van en met den eersten der maand volgende op die, waarin het
vonnis in kracht van gewijsde gaat.
Artikel 9.
Pensioen en onderstand worden in den regel genoten van en met
den dag, volgende op dien, waarop traktement, soldij, pensioen of
gagement van den overleden echtgenoot of vader in het geval
van artikel 3 punt 3, het pensioen van de moeder of stiefmoeder
heeft opgehouden.
Pensioenen of onderstanden, niet aangevraagd binnen achttien
maanden nadat daarop recht is ver- of herkregen, worden uitgekeerd
van en met den eersten der maand, volgende op die waarin de aan
vrage in Nederland bij het Departement van Koloniën, in Neder-
landsch-Indië bij het Departement van Oorlog is ingekomen. Heeft
die aanvrage niet binnen vijf jaren plaats, dan gaat het recht of
herkregen recht op toekenning van pensioen of onderstand, onherroe
pelijk verloren.
Artikel 10.
Het pensioen vervalt: