202
Artikel 16.
Alle in dit reglement vermelde pensioenen en onderstanden worden
genoten onder den last, aan de zijde van de gepensionneerden en
onderstand genietenden, tot naleving van alle verplichtingen, aan
haar of hen krachtens dit reglement opgelegd of aan dat genot
bij latere algemeene verordeningen te verbinden.
De aanvragen om pensioen of onderstand worden gericht in
Nederland tot den Minister van Koloniën, in Nederlandsch-Indiè tot
den Commandant van het leger en Chef van het Departement van
Oorlog aldaar.
Met uitzondering van de gevallen, voorzien in artikel 3 sub 3,
artikel 11, artikel 13 laatste twee alinea's, en artikel 14, geschiedt
de toekenning van pensioenen en onderstanden, in Nederland door
den Koning, in Nederlandsch-lndië door den Gouverneur-Generaal,
op voordracht van den Commandant van het Leger en Chef van het
Departement van Oorlog in Nederlandsch-lndië.
In de bij het voorgaande lid uitgezonderde gevallen worden de
noodige regelingen getroffen, in Nederland door den Minister van
Koloniën, in Nederlandsch-lndië door den Commandant van het Leger
en Chef van het Departement van Oorlog aldaar.
In alle besluiten, waarbij pensioen of onderstand toegekend, herstel
in het genot van pensioen of onderstand verleend, of wel onderstand
herzien wordt, moet melding worden gemaakt van de artikelen van
dit reglement, waarop die besluiten berusten.
Nopens de toekenning van pensioen of onderstand en nopens het
herstel in het genot van pensioen of onderstand wordt een authentiek
bewijsstuk uitgereikt.
Artikel 17.
Met toestemming, in Nederland van den Minister van Koloniën,
in Nederlandsch-lndië van den Gouverneur-Generaal, kunnen gepen
sionneerden en onderstand genietenden zich op vreemd grondgebied
vestigen, zonder te dier zake aan eenige korting onderworpen te zijn-
Bij het verkrijgen van die toestemming moet door of ten behoeve
van de belanghebbenden, ingeval zij het Nederlanderschap bezitten,
bij authentieke akte, domicilie worden gekozen binnen het Rijk of
binnen zijn koloniën of bezittingen.