203
Zoolang die akte niet is ontvangen, in Nederland bij het Depar
tement van Koloniën, in Nederlandsch-Indië door het Departement
met de uitbetaling van het pensioen of den onderstand belast, wordt
het pensioen of de onderstand niet uitgekeerd.
Artikel 18.
Uitgenomen de gevallen, waarin door de wet anders is of wordt
bepaald, kan pensioen of onderstand, krachtens dit reglement toe
gekend, niet gelijktijdig worden genoten met ander pensioen of onder
stand ten laste van de geldmiddelen van den Staat of vau zijne
Koloniën of bezittingen.
Artikel 19.
Wordt de gepensionneerde geplaatst in eene betrekking, waaraan
het uitzicht op burgerlijk pensioen verbonden is, dan wordt te dier
zake eene korting op haar pensioen toegepast.
Die korting bedraagt
a. wegens eene bijkomende inkomst of belooning van minder dan
zestien honderd gulden
25 ten honderd van de eerste f 600.
50 ten honderd van de volgende 400.
75 ten honderd van het overige:
b. wegens eene bijkomende inkomst of belooning van zestien honderd
gulden of hooger: vijftig ten honderd van het geheele bedrag.
De korting houdt op wanneer de gepensionneerde den burgerlijken
dienst weder verlaat.
Artikel 20.
De pensioenen en onderstanden, krachtens dit reglement verleend,
zijn onvervreemdbaar, voor zooveel zij in Nederland betaald worden,
overeenkomstig de wet van 26 Mei 1849 (Staatsblad No. 24).
De gebeneficieerde of, voor zooveel de onderstanden betreft, de
voogd kan daarover op geenerlei wijze beschikken, ook niet door
verpanding of beleening.
Indien zij of de voogd last geeft om pensioen of onderstand voor
haar of hem te ontvangen, kan die lastgeving altijd worden herroepen.
Alle overeenkomsten hiermede strijdig, zijn nietig.
1