214 Krijgt men dus eene afwijzende beschikking in Indië, de kans blijft over, dat de zaak door het Opperbestuur anders worde ingezien. Tusschen het „pensioen" van Staatsblad 1889, No. 214, en den „onderstand" van Staatsblad 1875, No. 92, is een groot verschil. 'Het „pensioen" wordt geregeld naar den rang of graad door den overledene bekleed, dus gesteld op eene vaste som, en wordt toege kend, zonder dat gevorderd wordt een bewijs: dat de weduwe aan dergelijken geldelijken onderstand dringende behoefte heeft. Al is dus de weduwe gefortuneerd, tóch moet het pensioen haar worden toegekend, indien haar huwelijk is voltrokken vóór het ont staan der in art. 1 bedoelde omstandigheden. Bij overlijden of hertrouwen der weduwe gaat haar „pensioen" onder den naam van „onderstand" over op de door haren echtgenoot achtergelaten wettige of gewettigde kinderen, die voldoen aan de bij Staatsblad 1889, No. 214, in art. 4 gestelde eischen. De onderstand moet worden uitgekeerd totdat het jongste 18 jaar is geworden, al hebben de kinderen ook fortuin. „De aanvraag niet ingekomen zijnde binnen vijf jaren, nadat het recht om die te doen is verkregen, vervalt dat recht (op pensioen of onderstand)." Art. 9, laatste lid, van Staatsblad 1889, No. 214. Belanghebbenden, die niet tijdig hunne rechten deden gelden, vallen dus niet langer onder het bereik van dat Staatsbladmaar juist ddardoor onder dat van Staatsblad 1875, No. 92, dat geen verjarings termijn kent. Yolgens dit Staatsblad wordt onderstand verleend a. indien de betrekkingen daaraan dringende behoefte hebben b. telkens voor slechts één jaar, en c. tot een bedrag als door den Minister van Koloniën of den Gouverneur-Generaal vast te stellen. Beteekenen de woorden „dringende behoefte" hetzelfde als b.v. „broodsgebrek", zoodat de betrekkingen anders zouden moeten gaan bedelen Volstrekt niet. Nemen we aan, dat eene weduwe, met een inkomen van ƒ600. 'sjaars, maandeljjks door haren zoon, een landsdienaar, ondersteund wordt met 20.zoodat zij met haar gezin leeft van 840.'sjaars.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 235