217 van 2 Januari 1874, opgenomen in het Ind. Weekblad van 18 Mei 1874, No. 567 (1). (1) Dit proces werd gevoerd door den Staat der Nederlanden, eiseher tot revisie van een arrest door den H. R. op 18 Januari 1871 in eersten aanleg gewezen: tegen J. M. Bogaard, vroeger weduwe van A. Goedhart, thans gehuwd met J. E. Passot, en laatstgenoemde, die ook is voogd over de twee éénige en nog minderjarige kin deren zijner tegenwoordige huisvrouw uit haar gemeld vroeger huwelijk, thans geza- menlijk, verweerders in revisie. In dit arrest komen twee zeer opmerkelijke zaken voor: lo. dat ook hier het springen van een „torpedo" den dood eens landsdienaars veroorzaakte; en 2°. dat de Hooge Raad schadevergoeding toekende, niettegenstaande de Regeering „pensioen" had verleend aan de weduwe des verslagenen, bij wier hertrouwen dit pensioen als onderstand op de kinderen overging. De eerste zaak blijkt o. a. uit het volgende: „Overwegende, dat vermits is erkend, dat de dood van A. Goedhart het gevolg is geweest van het te vuur zetten en daardoor losbarsten van de in het geding als „torpedo" aangeduide koperen bus, en niet is betwist, dat de verweerderesse in revisie en hare kinderen door den nedergeslagene pleegden te worden onderhouden, de toewijzing der ingestelde actie zoowel in fado als in jure is gerechtvaardigd, en derhalve tereoht bij het in eersten aanleg gewezen arrest van 13 Jan. 1871 heeft plaats gehad." Maar was het niet hoogst onvoorzichtig van G. een „torpedo" in het vuur te zetten Volstrekt niet. Uit het gehouden onderzoek is gebleken, dat de „torpedo" in het voorjaar van 1868 vervaardigd en geladen was geworden met het oogmerk om ze spoedig daarna te laten springen; dat hieraan echter geen gevolg is gegeven en zij in den nazomer van datzelfde jaar, op last van den kapitein-luitenant ter zee J. A. van de Velde, is geledigd geworden; dat ovengenoemde heer in de tweede helft van April 1869 op de gedachte is gekomen ze doelmatiger voor hare eventueele bestemming te doen inrichten door aan den binnenwand daarvan een gronddraad te heohten; de uitvoeriüg waarvan werd opgedragen aan G-., zonder dat die opdracht vergezeld ging van eenige waar schuwing. Bovendien was de bus, met uitzondering van een opening van 27 30 milimeter, dicht, weshalve de bewerking niet anders dan door de bus te vuur te zetten Icon worden uitgevoerd. Ra vermelding van deze en andere feiten bevat het arrest het volgende: „Overwegende, dat het onder zoodanige omstandigheden, aan een werkman opdragen of doen opdragen van meergemelde bewerking, zonder vooraf te doen onderzoeken of de met kruit gevuld geweest zijnde bus veilig kon worden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 238