225 Die tot staving van het sub 1 bedoelde zijn gemakkelijk te bekomen bij het Departement van Oorlog te Batavia en vermoedelijk ook wel aan het Ministerie van Koloniën te 's-Hage. En daar het hier geldt de nakoming van 's Konings woord, mag men overal de meeste medewerking verwachten. Men herleze slechts het slot van Staatsblad 1875, N°. 92, waarbij de Gouverneur-Generaal „Gelastallen hoogen en lagen collegiën en ambtenaren, officieren en justicieren, ieder voor zooveel hem aangaat, aan de stipte naleving van het bovenstaand Koninklijk besluit de hand te houden, zonder oogluiking of aanzien des persoons." Naschrift. Het komt mij niet overbodig voor de aandacht te vestigen op het beginsel in het slot van art. 23 van Staatsblad 1889, No. 214, welk artikel in zijn geheel aldus luidt: Artikel. 23. De Koning behoudt zich voor om, bij eeu met redenen omkleed besluit, te voorzien in het geval dat omstandigheden, door dit Reglement niet voorzien, zouden beletten aanstonds pensioen of onderstand te verleenen aan de weduwe of aan de wettige dan wel door een huwelijk gewettigde kinderen van een militair, die sneuvelde of binnen een jaar na het bekomen van in en door den dienst ontstane ziels- of lichaamsgebreken aan de gevolgen dier gebreken overleed. Ook bij de toepassing van dit artikel geldt het beginsel, dat ter zake van het sneuvelen of overlijden van éénen militair niet meer wordt verleend, dan óf één pensioen, dan wel één onderstand. Daar dit artikel voorkomt in het Staatsblad van 1889 en alzoo van Interen datum is dan dat van Staatsblad 1860, No. 27, zou men bij oppervlakkige lezing licht de gevolgtrekking maken, dat Staats blad 1889, No. 214, derogeert aan het vroegere Staatsblad van 1860, No. 27. Die gevolgtrekking ware echter ten eenenmale onjuist. Staatsblad 1860, No. 27, is een aanvulling van Staatsblad 1859, No. 70.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 246