226
Staatsblad 1860, No. 27, voorziet in het lot van hen, die niet vallen
onder het bereik van Staatsblad 1859, No. 70.
Nu is Staatsblad 1859, No. 70, vervangen door Staatsblad 1889,
No. 214.
En wat is daarvan het gevolg?
Dat Staatsblad 1889, No. 214, ofschoon van latere dagteekening,
niettemin aangevuld wordt door het vroegere Staatsblad 1860, No. 27.
Helderen wij dit door een voorbeeld op en stellen we, dat een
gesneuveld militair niet alleen nalaat eene weduwemet of zonder
kinderen, dit doet niets af, maar ook eene vrouw, die van hem is
gescheiden bij vonnis uitgesproken, uitsluitend opeen door haar inge-
stelden eisch, tengevolge waarvan zij van haren gewezen echtgenoot
genoot een door den rechter vastgestelde uitkeering, waaraan de
dood een einde maakt.
Wendt die gescheiden viouw zich tot den Legercommandant om
pensioen of onderstand, zoo antwoordt deze, dat alleen de weduwe
van den gesneuvelde aanspraak heeft op pensioen en diens kinderen
op onderstand en dat ter zake van het sneuvelen of overlijden van
éénen militair niet meer wordt verleend dan öf één pensioen, dan
wel één onderstand (art. 23 in fine van Staatsblad 1889, No. 214).
Heeft dan die gescheiden vrouw volstrekt geen rechten?
Wel zeker, doch niet op grond van Staatsblad 1889, No. 214.
Maar juist omdat zij niet valt onder het bereik van evengenoemd
Reglement, heeft zij, krachtens Staatsblad 1875, No. 92, recht op
onderstand, indien zij, tengevolge van het op bovenomschreven wijze
sterven van haren gewezen echtgenoot (toch zeker ook een familie
betrekking), in geldelijken nood geraakt.
Semarang, 10 Juni 1895.
B. Y. H.