De operatiën tegen Port-Arthur. DE OORLOG TUSSCHEN JAPAN EN CHINA. Vervolg van blz. 138). (men zie de schets in de vorige aflevering). Kintsjou en Talienhoan waren door de le divisie onder generaal Jamaji genomen. Alvorens de operatiën voort te zetten, werd de komst der 12e brigade, Hasegawa, afgewacht, welke zich nog niet met de andere troepen der 2e armee vereenigd had. Op den 13en was het ge- heele korps, met uitzondering van het belegeringsgeschut, op volle sterkte nabij Kintsjou vereenigd. In deze plaats was inmiddels het Japansch Civiel bestuur ingevoerd, dat in enkele dagen de rust volkomen had weten te herstellen. Den 17en November ving de marsch naar Port-Arthur aan. Twee bataljons van het 15e regiment werden in Kintsjou achtergelaten, benevens eenige cavalerie, terwijl voor de bezetting van Talienhoan een bataljon van het 14e bestemd werd. De volgende bevelen waren gegeven 4 eskadrons cavalerie gaan vereenigd vooruit onder commando van den majoor Akijama. (1) De armee volgt in twee colonnes, waarvan de rechter bestaat uit het hoofdkwartier, de geheele le divisie (behalve de beide bezettings bataljons van het 15e) en een gedeelte der I2e brigade, terwijl de rest dier brigade, nl: de twee bataljons van het 14e regiment, 1 peloton cavalerie, 1 batterij berg, 1 (of 2) compagnieën genietroepen en 1/2 ambulancekorps, de linkercolonne zou vormen, onder bevel van den luitenant-kolonel Matsoemitsoe. (I) Majoor Akpama is als cavalerie-offioier in Europeesohen dienst geweest.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 248