13
man, waarvan in vredestijd slechts een klein gedeelte onder de
wapenen is, speciaal voor grensbewaking, verdienen den naam van
troepenmacht evenmin als die onder a en b vermeld.
China bezit geen ministerie van oorlog, slechts een raad uit
Mantsjoes en Chineezen samengesteld. Eene organisatie bestaat slechts
bij de gedisciplineerde troepen: tactische eenheid vormt de liansa
bestaande uit 500 man infanterie of 250 ruiters, beide in vijf onderaf-
deelingen verdeeld. In den regel staan vijf liansa's onder eenen generaal.
De andere troepen, welke hoofdzakelijk dienen voor escortes,
bewakiDg van het paleis, koeriersdiensten, het innen van de belas
tingen en lijfwachten, missen elke tactische indeehng.
Aangaande de werving voor de gedisciplineerde troepen en het
groene vendel schrijft de „Oostaziatische Lloyd:"
„De keuring geschiedt voor eene commissie van hoofdofficieren.
De candidaat moet hiertoe eene staaf van ongeveer vijf voet lengte,
aan welker uiteinden stukken graniet van 133 Engelsche ponden
bevestigd zijn, boven de macht brengen. Voldoet hij aan deze proef,
dan wordt hij als recruut aangenomen."
De benoeming tot officier geschiedt bij het Mantsjoe-leger geheel
zonder dat een examen hieraan voorafgaatde rang is eenvoudig
voor de aristocratie bereikbaar. Bij de gedisciplineerde troepen
bestaan examens, waarbij echter geen tactiek of strategie, zelfs
geene litterarische kennis vereischt wordt: de candidaat moet een
ferm ruiter, worstelaar en boogschutter zijn. Daarenboven kost
het veel omkooperijen en relatiën. Er bestaan echter twee krijgs
scholen, die te Tien-Sin (sedert 1885) en te Kanton (sedert 1888)
welke den officieren eene wetenschappelijke opleiding geven. Beide
werken echter nog hoogst bescheiden.
De hooge rangen zijn voor geld verkrijgbaar. De generaals ont
vangen van de regeering eene zekere som om hunne troepen te
onderhouden. De soldij wordt dikwerf niet uitbetaald. Desertiën
komen veelvuldig voor. De krijgsmansstand is door de minderen
niet gezocht; (1) eenmaal aangenomen blijft de soldaat meestal zijn
geheele leven in het leger.
(1) In een der Fransche tijdschriften vonden we een staaltje van de wijze, waarop
China den krijgsdienst beschouwt, vertolkt in een oud volkswijsje: