229 wijken te brengen. De beide wapens ondersteunden elkaar prachtig en verscheidene staaltjes van heldenmoed komen uit het gevecht van Sodaiko tot ons. (1) Eerst te omstreeks half een schijnen de drie overige compagnieën der voorhDede ter ondersteuning te zijn opgerukt, na zich aanvan kelijk op 2 KM. afstand gedeploijeerd te hebben. De artillerie kwam veel te laat in stelling en nam dan ook aan den strijd geen deel. Na een hardnekkig gevecht van ruim twee uren trokken de Chineezen in goede orde terug. Van beide zijden waren vele offers gebracht; de Japanners verloren 1 luitenant en 11 minderen, terwijl 1 kapitein en 31 minderen gewond werden. "Waarschijnlijk is de afstand tusschen de onderdeden der voorhoede aanmerkelijk geweestanders is het bijna onverklaarbaar, dat de drie compagnieën van het 3e regiment eerst zoo laat in het gevecht iDgrepen. Den volgenden dag te 4 uur in den namiddag was het op 12 KM. van Port-Arthur gelegen Sjoeisitjing bereikt. De val van Port-Arthur (2). Da nacht van 19 op 20 November werd in bivouak doorgebracht. De le divisie was gelegerd nabii Bekatsji, terwijl de gemengde brigade zich ZW. van Dosjioji, dus iets meer achterwaarts bevond. In laatst genoemde plaats was het hoofdkwartier gekantonneerd. De flank dekking van Matsoemitsoe bevond zich ter zelfder hoogte, doch meer Zuidelijk. Behalve het beschieten van enkele voorposten (door de forten!) hadden geene vijandelijk heden plaats. (1) Zoo o. m. van den huzaar Ha9jimoto, die toen zijn eskadronscommandant in de mêlée aan de rechterhand zwaar gewond was en zyn paard verloren had, dezen te midden van een troep verwoede vijanden ter hulp kwam, bij zich op het paard tilde en zoo in veiligheid bracht. Deze dappere soldaat, zelf toen reeds aan de borst getroffen, stierf dienzelfden avond in de ambulance. (2) Port-Arthur (Lü-shun-k'ou), op welker belangrijkheid als strategisch punt we reeds wezen, is een sterk bevestigd marineBtation. Het telt aan de kust een 12 tal versterkingen, waarvan vele volgens de nieuwste eischen op vestingbouwkundig gebied zijn ingericht. Zwaar geschut van 15, 21, 24 en grooter kaliber is in ruime mate voorhanden. De forten op den Hwangkin-heuvel en de Tigers Tail zijn de grootste. Aan de landzijde laat de bevestiging te wenschen over: de Westzijde is ontbloot. De boog van versterkingen 6trekt zich, beginnende bjj de Hisoezan-schansen (Etse-Hill)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 250