14 De bewapening der infanterie is in waarheid bont te noemen; van pijl, boog en speer tot de nieuwste soorten van repeteergeweren, alles bij een zelfde onderdeel. Op de aanvraag om nieuwe wapens, door een generaal van het Keizerlijke Mantsjoe-leger in de provincie Tse-tsjoeau in Juni van het vorige jaar aan den Staatsraad gericht, ant woordde deze„Daar de financiën den aankoop van Europeesche wapenen niet gedoogen, kan het verzoek als niet toegestaan worden beschouwd. Wanneer slechts de voor de beveiliging van het land bestemde troepen op militaire wijze geoefend worden, zooals oorspronkelijk werd voorgeschreven, behoeft aan de oude bewapening niets veranderd te worden en blijft de waarde van den troep verzekerd." Beter is de bewapening meer nabij de kusten, het beste in Petsjili. Daar althans heerscht bij een zelfde liansa eenparigheid. Naast het Mauser-, Berdan- en Remington-geweer treft men ook daar echter nog den voorlader aan. De cavalerie, welke talrijk doch slecht bereden is, heeft eene gelijk soortige bewapening als de infanterie; bij enkele korpsen is de Winchester karabijn ingevoerd. De artillerie heeft haar geschut meestal van Krupp; de goede eigenschappen giegen echter door gebrek aan onderhoud voor een groot deel verloreD. Men treft veldgeschut van 7.5, 8 en 9 cM. aan, dat echter voor het kleine paardenras veel te zwaar is. In den laatsten tijd werd ook licht snelvuurgeschut van 5 cM. voor de bergbatterijen aangekocht. Wat de bewapening en munitie betreft, is China geheel van het buitenland afhankelijk; in den oorlog werden geweren en patronen in menigte ingevoerd. „Toen ik vertrok kiemden de veldgewassen reeds. -Bij mijn terugkomst waren zij alle verdord. De weg van den soldaat is lang, Schraal is zijne voeding. "Welk een lijden, welk eene ellende Moest ik verduren zonder het verdiend te hebben, Sedert ik op last van den Onderkoning, om de wapenen te dragen Akker en ploeg moest vaarwel zeggen." Men beschouwt zegt de Engelsche overste Mark Bell in een artikel voorkomen de in de Asiatio Quarterly Revieuw in China het beroep van militair als slechts voor onbeschaafden en barbaren passend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 25