239
Ook de marine nam in de dagen van 2124 November deel aan
den strijd. Op het bericht nl. van den aanval op Kintsjou, landde
onmiddellijk eene afdeeling mariniers van de in de Talienhoan-baai
gestationneerde oorlogsschepen. Ook de troepen werden in scherpe
gevechten gewikkeld met de talrijke vluchtende benden.
Bij den aanval op Port-Arthur verloren de Japanneezen 270 man;
2 officieren sneuvelden, 7 werden gewond. Volgens officieele rapporten
werden aan Chineesche zijde ongeveer 1000 man gedood en 63
gevangen gemaakt. Hunne verliezen in Kintsjou bedroegen 503 doo-
den, waaronder 7 officieren. Van 2224 werden 300 gevangenen
gemaakt. Het totale aantal dooden en gevangenen bedroeg 2146 man.
Behalve dezen werden 2 a 3000 man gedood nabij Port-Arthur. Het
verlies der Chineezen op het Liau-tong schiereiland wordt daarom op
4500 man geschat.
Den len December verliet de opperbevelhebber Port-Arthur. De
marine bezette deze plaats benevens een gedeelte der 12e brigade
(Hasegawa), welke over haar en Talienhoan verdeeld werd en hare
winterkwartieren betrok.
Kintsjou werd de basis der verdere operatiën van de 2e armee.
L. W. J. K. Thomson.
Wordt vervólgd).
Dl. II, 1895.
17