INDISCHE CAVALERIE. Onder dit opschrift komt in een der laatst ontvangen nummers van het Algemeen Handelsblad te Amsterdam een stuk voor, geteekend X, hetgeen ik voor het gemak hier geheel laat volgen: „Bij het doorlezen van het laatste werk van den onlangs „overleden oud-hoogleeraar Dr. P. J. Yeth over: „Het paard „onder de volken van het Maleische ras" werd onze aandacht „o.a. getroffen door de volgende zinsnede: „„Vooral door de Javanen wordt in alles wat paarden be- „treft groot belang gesteld. Iedere Javaan schier, zegt de „„heer Ten Zeldam Ganswijk, hoe jong ook, kan paardrijden, „„zoo goed als de beste ruiter in Europa; hij weet door „„allerlei teekenen aan lichaamsbouw en aan haar de deugd- „„zaamheid der rassen in één oogopslag te beoordeelengeen „„paard gaat voorbij of het wordt onderzocht: er wordt „„breedvoerig, met kennis over gesprokenpaarden worden „„tot allerlei gedresseerd, enz. Deze schets, ofschoon wat „„sterk gekleurd, is zeker in het algemeen waar". „Het is bekend, dat men ook buiten Java, op Celebes b.v., „uitstekende ruiters aantreft. Dit overwegende, rijst de vraag „of men van die Inlandsche ruiters wel behoorlijk gebruik maakt „voor het leger. „Ieder weet dat cavalerie ook in Indië bij oorlogen en expeditiën „groote diensten bewijst. Het was wel een bewijs van gebrek aan „kennis, of van minachting der geschiedenis, o.a. van den Java- „oorlog en van den oorlog op Boni, dat de Indische Kegeering, ondanks de adviezen van de militaire autoriteiten, omstreeks 1878 „met zooveel volharding aandrong op groote inkrimping der „cavalerie. Het gevaar is toen, dank zij het openlijk optreden „van den heer F. de Bas hier te lande en van den tegenwoordigen 71 77 71 71

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 261