242 „nog korpsen djagang-secars, Inlandsche cavalerie, niet tot het „leger behoorende, doch op de hoofdplaatsen van negen residentiën „onder burgerlijk beheer gesteld. Zij telden 11 Europeanen en 281 „Inlanders. „In 1874 werd tot de ineensmelting besloten, en tevens tot „inkrimping van het Europeesche en tot uitbreiding van het „Inlandsche personeel. De ineensmelting geschiedde, om de „Inlandsche ruiters reeds in vredestijd bekend te kunnen maken „met de diensten, die in oorlogstijd van hen zouden worden „gevorderd, de vervanging van een deel der Europeanen door In landers zoowel „om de bezwaren te verminderen aan het voltallig „hóuden der Europeesche cavalerie verbonden" als „omdat het „berijden van de kleine Inlandsche paarden voor de Europeanen „eigenaardige moeilijkheden oplevert." „Deze reorganisatie kwam met 1 Juli 1877 tot stand. Daarbij „waren ook de Europeesche lijfwachten-dragonders (80 man, die „ter beschikking van de Vorsten van Soerakarta en Djokjakarta „stonden), bij het wapen der cavalerie ingelijfd, doch met 1 Juli „1882 werd op dezen maatregel teruggekomen. Laat men hen „buiten rekening, dan telde de cavalerieformatie nu 326 Europeanen „en 669 Inlanders. „De plannen door de Indische regeering weinige jaren later „ontwikkeld, beoogden „afschaffing der ruiters van Inlandschen „oorsprong", zij was blijkbaar de in 1874 aangevoerde argumenten, „om die ruiters bij de cavalerie in te lijven, vergeten, of lette „alleen op de te verkrijgen bezuiniging. Misschien had ook „eenigszins gegolden het bezwaar dat de cavalerie-officieren, vóór „1874 aan den omgang met Inlandsche militairen niet gewend, „niet allen de bedoelde inlijving hadden toegejuicht. De gansche „cavalerie zou dan uit 2 eskadrons Europeanen (306 ruiters) „bestaan hebben! „Gelukkig werd dat gevaar afgewend, maar eenige bekrimping „moest toch plaats hebben. De „reorganisatie" van Juli 1882 „bracht de sterkte van het ruiterwapen op 443 Europeanen en „401 Inlanders. Sedert is in deze cijfers geen ingrijpende „verandering gebracht; zij zijn eenigszins verhoogd, o.a. wegens

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 263