243 „het inmiddels opgerichte remontedepót, en bedragen thans „462 Europeanen en 412 Inlanders. „Vergelijkt men nu deze cijfers met die der reorganisatie van „1874, dan blijkt, dat het aantal Europeanen thans 136 meer, „dat der Inlanders 257 minder bedraagt. Is dat, vragen wij, „verstandig bij de steeds groote behoefte aan Europeanen en „aan de bijzondere geschiktheid der Inlanders voor ruiterdienst „De verhouding van Europeanen tot Inlanders was in 1874 „als 1: 2, thans is zij ongeveer als 1; 1. Waarom die veran dering is geschied, blijkt ons niet; zeker niet uit financieele „overweging, ook niet omdat men zuinig op Europeanen moet „zijn, wil men in alle behoeften der krijgsmacht naar behooren „voorzien. „Ons komt het voor, dat zonder bezwaar de cavalerie hoofd zakelijk uit Inlanders zou kunnen bestaan, dat het aantal „Europeanen niet grooter behoeft te zijn dan voor kader en „kadervorming noodig is, en dat men dus zou kunnen terug keren tot de verhouding van 12. Men zou dan de Europeanen „voor een compagnie infanterie beschikbaar krijgen, en dus de „infanterie met een bataljon kunnen vermeerderen. „Zuinigheid op Europeanen bij elk onderdeel van het Indisch „leger achten wij een groot landsbelang, omdat men alleen wanneer „die zuinigheid trouw betracht wordt, het gansche leger de „grootst mogelijke sterkte en kracht geven kan." (Alg. Hand.) De wetenschap der heeren Veth en Ten Zeldam Ganswijk omtrent rijden en paardenkennis van Javanen, en die van den heer X omtrent de uitstekende ruiters buiten Java, op Celebes b.v., en de bijzondere geschiktheid der Inlanders voor ruiterdienst, gepaard met hun lust voor paarden en paardrijden, zou mij niet de pen doen opnemen, ware het niet dat door den heer X uit zijn bovengenoemde wetenschap en uit nog eenige nieuwe argumenten, een conclusie wordt getrokken, die, wanneer de regeering hiermede meeging, en weder tot een of andere wijziging in de formatie van het wapen der cavalerie in den geest van den heer X zou worden besloten, verderfelijk zou zijn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 264