260
x3 0.93, p3 0.38 en (xp)4 0.54.
Het meest waarschijnlijke gemiddeld trefpunt van Gr ligt dus onge
veer op LSBo achter het doel, en dat van jK er nagenoeg in,
en dus is het rationeel om met de nauwe grens terug te gaan en
dus van G op K over te gaan.
Was het tweede schot met iG gevallen, dan zou men met die
elevatie moeten doorvuren; wij zullen wederom nagaan, na hoeveel
schoten dan correctie noodig kan zijn:
a. K G-jx en dus corrigeeren wij nog niet.
KG-|^>x GTg ligt dan een weinig verder
dan LS50 achter het doel, wij zouden dus reeds moeten corrigeeren
en daartoe G overschrijden. Wij zuilen echter ter wille van de
eenvoudigheid der schietregels eerst nog een schot doen, alvorens te
besluiten tot die correctie.
c. K G-ji x wi dus i® correctie noodig.
d. KG-|1- -§>x>-^ en dus is correctie onnoodig.
e. KGn1- |>x>|. Wij corrigeeren niet.
f' HGh1[- j^>x>-§. Ook nu is correctie niet noodig.
KGH1l(- -£>x>^. Kader onderzoek is noodig.
W x4 x) x 4- P) jt
<Sp' x4 x)(l—x p)dx
Wx is een maximum voor de waarde van x, die de eerstafgeleide
functie des tellers gelijk aan 0 maakt.
fi (x) 4 x2 x (8 -f- 5p) 4 j— 4 p 0
10 5p 4 4 p j— 25p2
12 144
x, 0.67 (als men het schot met K beschouwt als verkregen
met G.)
GT(jj is dan op 0.32 X LS50 achter het doel.
GTKl 0.68 X LS50 vóór
(x_ P)i is dan gelijk aan 0.18, dus p, =0.59 enx, =0.75.
GTq2 ligt dan op 0.5 X LS50 achter het doel.
li n 0.5 X LS50 voor
(x p)2 0.25, dus p2 0.50 en x3 0.75.
Wij corrigeeren nu dus met »/2 LS50 en brengen daardoor het
meest waarschijnlijke gemiddeld trefpunt in het doel.