262
onmogelijk maakt en ons tot de aanwending van worpvuur dwingt.
In dit geval toch zal de bereden artillerie alleen dan het doel onder
vuur nemen, wanneer eene waarneming der schoten uit eene ver
hoogde opstelling mogelijk is (Zie Yoorschrift tot het houden van
Richtoefeningen bij de bereden Artillerie, Afd. III 3 2°) en dus
blijft dan de regeling van het vuur dezelfde als boven is aangegeven.
Wij stellen ons voor, dat het doel op eenigen betrekkelijk geringen
afstand achter de dekking (bijv. eene gedekte Infanterie opstelling achter
een masker) is gelegen en dat het aanslaan der projectielen achter
de dekking niet waarneembaar is.
Men is dan genoodzaakt zich volgens de bovenomschreven me
thode in te werpen op de dekking en vervolgens vooruit te gaan om
het vuur op het eigenlijke doel over te brengen. Het is dus alleen
het voortgezette vuur dat eenigszins anders moet geregeld worden
en dit wel ter wille van de controle.
Deze controle is ten allen tijde noodig en zoodra de afstand van
het doel achter de dekking zoo groot wordt, dat zij niet meer moge
lijk is door de waarneming van het (-J-) of vallen der aanslagen
ten opzichte van de dekking, blijft ons als laatste hulpmiddel het
doen van contröleschoten over. Wij zullen nu in de eerste plaats
nagaan, wanneer men tot deze laatste methode zijn toevlucht moet nemen.
Stel dat men vuurt op een doel, dat LS50 achter eene dekking
is gelegen en dat men dus na het inschieten nog met de halve
nauwe grens is vooruitgegaan. De waarde, die men volgens de vast
gestelde regels hechten moet aan de elevatie, die na het inschieten
verkregen is, is dezelfde als die welke men zou hechten aan ééne
waarmee 2 en 2 (-}-) schoten zijn verkregen (zie bladz. 487 van
dezen jaargang). Deze zelfde waarde kan men zonder noemenswaardige
fout ook hechten aan de elevatie, waarmee men het voortgezette vuur
tegen het doel opent (dus die men verkrijgt na het vooruitgaan
met x/2 LS5ö). Men neemt dus aan dat met die laatstbedoelde
elevatie 2 en 2 schoten zijn verkregen ten opzichte van het doel,
of wat hetzelfde is 1 en 3 schoten ten opzichte van de dekking. (1)
(1) De dekking ligt op LSJ0 vóór het doel, dus zullen van de sohoten die
vóór het doel vallen 50°/o achter en 50°/o vóór de dekking aanslaan.