INGEZONDEN.
Geachte Redacteur!
Beleefd verzoek ik u, mij eenige plaatsruimte te willen verleenen
voor de ondervolgende mededeeling.
Door den heer J. L. Wérij, directeur der Nederlandsche stenografen
vereeniging „Stolze Wérij" (goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 31
Januari 1894), is het verzoek tot mij gericht om als correspondent dier
Yereeniging op te treden. Gaarne voldoe ik aan dat verzoek en ik wensch
langs dezen gebruikelijken weg mijn optreden als correspondent ter kennisse
van het Indische Officierskorps te brengen.
In het bezit zijnde van een diploma, waarbij mij door genoemde Yer
eeniging de bevoegdheid is toegekend om het systeem te onderwijzen,
verklaar ik mij gaarne bereid, hiertoe onder de officieren over te gaan.
Tot het verkrijgen van alle inlichtingen omtrent het systeem, de Ne
derlandsche stenografen Vereeniging „Stolze Werij" en haar orgaan „De
Gevleugelde Pen" vervoege men zich bij den ondergeteekende.
Onder dankzegging voor de verleende plaatsruimte teeken ik mij ach
tend, uw dienstwillige dienaar
C. F. H. Tückermann,
let8 Luitenant der Genie.
WeltevredenAugustus 1895