286
slagkwik tot ontploffing ia te brengen en ook bij een gehalte van 15
water nog ontploft. Het explodeert met groote kracht.
Ook het meliniet. uitgevonden door Turpin, die in 1875 in Frank
rijk patent nam voor het gebruik van pikrinzuur voor de vervaar
diging van achiet- en springstoffen, heeft niet aan de aanvankelijk
gekoesterde verwachting voldaan. Het bleek nl. spoedig niet die
stabiliteit te bezitter), die voor oorlogsgebruik moet geëischt
worden.
De explosies, die te Belfort en in de araenalen van Montmartre
plaats hebben gehad kort na de invoering van dit kruit, moeten
hoogstwaarschijnlijk worden toegeschreven aan de scheikundige ver
anderingen, die het meliniet, waarvan het hoofdbestanddeel pikrinzuur
was, onderging.
Terwijl de Fransche bladen de eigenschappen van het nieuwe
kruit hoogelijk roemden, zat men in de andere rijken evenmin stil,
doch werden ook daar voortdurend proeven genomen, om een rook-
loos buskruit te vervaardigen.
De noodzakelijkheid is de moeder der uitvindingen en zoo heeft
het dan ook niet lang geduurd, of eene tamelijk lange rij rook-
looze of rookzwakke buskruitsoorten werd uitgevonden, die aan de
gestelde eischen min of meer voldeden; een aanzienlijk aantal patenten
werd genomen voor de vervaardiging van rookloos buskruit.
®Üna geen enkele stof eigent zich beter voor rookloos buskruit dan
schietkatoen. Bij de verbranding ontstaat niet de minste rook; de
verbranding is volkomen; uit de vaste substantie ontstaan slechts
gasvormige producten. Terwijl het zwarte buskruit een metaal
het kalium van het salpeter bevat, dat bij de verbranding kalium-
carbonaat, kalium-sulphid en kalium-sulphaat vormt, zouten die
zelfs bij hooge temperatuur hunnen aggregaattoestand behouden en
na het schot den rook (kruitdamp) vormen, ontstaan bij de verbran
ding van schietkatoen koolzuur, stikstof en water, bij hooge tempera
tuur zuiver gasvormige stoffen. Het water evenwel zal, wanneer
groote hoeveelheden in gasvoimigen toestand uit den loop komen,
bij afkoeling zich tot nevel vormen, en inderdaad bemerkt men bij
het schieten met rookloos buskruit een spoedig verdwijnenden water
damp. Maar die damp is geen kruitrook; hij bestaat niet uit vaste