290
katoen, genitreerd hout of pyropapier, in nitroglycerine, in pikrin-
zuur, enz.
In 't kort zal ik thans de samenstelling en de vervaardiging van
enkele nieuwe buskruitsoorten aangeven, zooals de Heer dr. Lobry
van Troostenburg de Bruijn die in zijne voordracht: „Het rookvrije
buskruit, chemisch beschouwd," gehouden 25 Oct. 1890, beschrijft.
Het patent Wolff en G". of het Walsroder-kruit. Dit kruit wordt
verkregen door het oplossen van eene bepaalde soort van schietka
toen in azijnaether, het uitbreiden van de dikke oplossing tot eene
dunne laag en het laten verdampen van het oplossingsmiddel. Men
houdt dan eene dunne hoornachtige plaat over, welke tot vierkante
plaatjes van een paar mM. wordt gesneden.
Het cordiet. Bij de door Abel en Dewar in Engeland gepaten
teerde methode wordt de dikke taaie massa, die men verkrijgt door
het innig vermengen en kneden van nitrocellulose met azijnaether,
tot draden getrokken van willekeurig te regelen doorsnededeze
worden vervolgens op eene bepaalde lengte afgeknipt en na droging,
tot bundels vereenigd, als patroonlading gebruikt.
Het Maxim-kruit. Het door den bekenden industrieel Maxim
genomen patent onderscheidt zich van de voorgaande door de wijze,
waarop de genitreerde cellulose door het oplossingsmiddel wordt
omgezet in de taaie, verder te bewerken massa. Het vlokkige,
vezelachtige schietkatoen nl. heeft de eigenschap de dampen der
oplossingsmiddelen, bijv. van aceton of azijnaether, te absorbeeren
en daardoor over te gaan in eene colloïdale zelfstandigheid, welke
door Maxim weder tot draden of staven wordt geperst.
Men heeft dus bij deze wijze van bereiding niets te maken met
het lastige kneden en mengen van taaie, slijmerige massa's.
Het Wetteren-kruit. Het uitgangspunt der bereidingswijze is (was)
wit ongelijmd papier, evenals katoen en houtstof uit cellulose bestaande,
en door salpeterzuur in genitreerde cellulose omgezet. Aangezien
het papier zich reeds in een vorm bevindt, waarin het zich tot blaad
jes laat knippen, heeft men hier niets te maken met het oplossen
van de nitrocellulose, het kneden tot eene taaie homogene massa
en het walsen of uitspreiden tot dunne platen.