20 ken kon. We geven toe, dat de Chineesche krijgsmacht alle behoorlijke organisatie en vorming miste; zij heeft echter achter aarden wallen dikwijls mooi gevochten, doch ook al was dit het geval niet geweest, dan nog zouden wij, militairen, hulde moeten brengen aan bet Japansche leger voor zijne uitstekende organisatie, zijne uitmuntende geoefendheid, zijne voorbeeldige tucht Hulde aan legeraanvoerders als Yamaji, Hase- gawa, Oyama, Nodzoe, Osjima, wier eenvoud en nederigheid hunnen moed en hun beleidvol handelen nog grooter aantrekkelijkheid gaven bovenal aan een Jamagata, den tegenwoordigen minister van oorlog, om van anderen, evenzeer verdienstelijk, niet te gewagen. Wèl is Japan in enkele jaren reuzenschreden vooruitgegaan. Het was na den dood van den voorlaatsten taikoen de voornaamste havens werden voor den Europeeschen handel geopend het oude despotische stelsel verdween, waarbij den adel zulke onbillijke voorrechten toe kwamenhet muntwezen werd op Amerikaanschen voet geregeld. Het gebied der leenvorsten werd bij het rijk ingelijfd, aan welks hoofd voortaan de Mikado stond: de waardigheden van taikoen en daimios vervielen en het geheele landsbestuur werd opnieuw georganiseerd. Eene nieuwe parlementaire constitutie werd geproclameerd en alle takken van nijverheid en industrie namen eene hooge vlucht. In 1888 stond geheel Japan voor den handel open, het volgende jaar bracht vrijheid van godsdienst. Thans staat Japan op eene lijn met de Westersche mogendheden. Hoe zijne legerinrichting is, zagen we reeds. Wat de Japansche vloot betreft, in het bijzonder de schepen welke daadwerkeljjb aan den strijd hebben deelgenomen, deze zijn insteikte vrij wel gelijk aan die, welke van Chineesche zijde daarin werden gemengd. Wel bestaan verschillen in de typen en heeft China b.v. zich meer beijverd om in het bezit te komen van de nieuwste soorten zware slagschepen, terwijl Japan de meeste waarde schijnt toegekend te hebben aan de gepantserde kruisers. Toch is het zaak, om bij de beoordeeling dier doode strijdmiddelen niet eenvoudig op den naam af te gaan, waaronder zij in tijdschriften bekend staan; daarin toch komen veel verschillen voor: men dient zich in de eerste plaats van den tonneninhoud rekenschap te geven. Onder scheidde men vroeger de schepen veelal in gepantserde en ongepantserde, waarbij dan de eeiste naar doel of inrichting weder onderverdeeld

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 31